factor tijd speelt, in strijd met het voorschrift, bij de schiet- opleiding een veel te groote rol, waardoor de man gejaagd wordt en zich geen tijd gunt, rustig te richten waardoor het voornaamste doel een juist schot—voorbij gestreefd wordt. Ik stel me voor, dat een schietopleiding, die hierop méér nadruk legt, dan ook gevolgd zal moeten worden. In algemeene trekken zou ik haar als volgt geregeld willen zien: Leer den man hoe hij moet richten, doordrukken enz. enz. in 't algemeen zooals ons S. V. dat aangeeft. Kent hij dit alles goed, breng hem dan voor een groote schijf (b. v. een cirkelschijf), aanvankelijk op korten afstand, leer hem van den bok treffers schieten, waarbij op tijd niet gelet wordt. Gaat dit goed, laat hem dan dezelfde oefeningen uit de vrije hand herhalen, waarbij de reeds geleerde juist-snelle-aanslag wordt toegepast, maar waarbij hem een onbeperkten tijd tot richten wordt gegevenhij richt zoolang het hem noodig voorkomt, om zoo juist mogelijk zijn schot af te geven. Elk schot wordt aangewezen. Met kalmte worden hem zijn fouten gewezenis hij niet rustig, laat hem terug treden en een ander hem vervangen. Leert bovenal den schutter alles zoo kalm (niet synoniem met langzaam) te doenvermijdt alles, wat hem vuurschuw zou kunnen maken. Steeds worde hij doordrongen van het besef, dat een tref fer de waarde van het schot bepaalt. Zoo wordt de opleiding op kleinere doelen en grootere afstandengeleidelijk opklimmend—voortgezet zoodat hij leert met den juist-snellen aanslag een gericht schot af te geven. Al naar gelang van den aanleg van den man, zal hij hierbij meer resultaat behalen. Nu leeren wij hem den 2den factor in toepassing brengen n. 1. snelheid bij het richten. Vooropstellende, dat hij steeds dezelfde trefferjuistheid moet betrachten, wordt hem geleerd, dat een juist schot in waarde wint, naarmate de tijd daarvoor kleiner is. De man tracht nu, door voortdurende oefening, de tijd voor een juiste richting steeds kleiner te maken, zonder dat de 682 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 64