steld, op die wijze op zijn plaats wordt gehouden. Dat mes
wordt door een veer in die insnijdingen gedrukt; door het
blokje tusschen duim en wijsvinger aan te vatten, wordt
die veer buiten werking gesteld en kan de vizierkeep dus
verplaatst worden zonder het raam te beschadigen.
Is het raam voorovergeslagen dan kan over een, aan de on
derzijde daarvan voorkomende, vaste vizierkeep worden
gericht; deze keep behoort vermoedelijk bij den afstand 3
(standvizier).
Het staartstuk is op den loop geschroefd en bestaat uit
het eigenlijke staartstuk en den staart (Zie Fig 30 op de
platen V en VI)die staart ligt niet alleen tegen het staart
stuk aan, maar het voorste gedeelte omvat bovendien het
achtereinde van dat staartstuk.
Aan het staartstuk worden aangetroffen:
st. Aan de bovenzijde vóór de ligplaats van het magazijn
2 kanalen voor gasontsnapping (middellijn 3 mM.), die in
schuine richting naar de zielas loopen; achter genoemde lig
plaats een insnijding voor den patroonhouder.
b. Links en rechts een gleuf, waarin de omgebogen wanden
van den mantel (Zie Fig 2 op plaat I en Fig 35 op plaat
VI; vergelijk de grendels in de Fig 1 en 2 op plaat II) pas
sen de mantel wordt van achteren naar voren—met die om
gebogen wanden in de gleuven—over het staartstuk geschoven
(evenals een schuifdeksel op een doos); aldus kan die mantel
wel in voorwaartsche en in achterwaartsche richting worden
bewogen, maar niet worden opgelicht en kan hij dus niet
verloren gaan.
c. Aan de linkerzijde een verhooging als ligplaats voor de
stuitnokinrichting. (Zie Fig 29 op plaat V en VI; benevens
de Fig 2 en 3 op plaat VII).
De stuitnokinrichting bestaat uit:
een pal (B),
een tuimelaar (C),
welke beide deelen een ligplaats vinden in genoemde verhoo-
688
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT