van den grendel, op den trekker aanhoudt, schiet, tegelijk
met dat sluiten, de slagpin vooruit en doet de patroon ont
steken dit kan ongelukken veroorzaken.
Wanneer men bij het Japansche geweer tijdens het sluiten
bij vergissing op den trekker aanhoudt, grijpt de zekerheidsnok
(D) in een uitsnijding van den geleider, waardoor het verder
sluiten en dus het afgaan van het schot onmogelijk wordt.
b. Bij het afgaan van het schot grijpt die zekerheidsnok 1 tr
(D) in een (andere) uitsnijding van den geleider, waardoor ~i''
het onmogelijk wordt dat de grendel openvliegt en de bus-
kruitgassen den schutter verwonden.
Inwending worden in het staartstuk aangetroffen gleuven
voor de steunnokken van den geleider, en voor den patroon
trekker benevens een insnijding voor de veiligheidsnok van
den haan; de wanden van den bak zijn naar binnen omgezet,,
zoodat zij den aanbrenger en de patronendie door de aan-
brengerveer worden omhoog bewogentegenhouden.
LADE.
(Zie Pig 19 op de platen V en VI).
De lade, (vermoedelijk) vervaardigd van notenhout, heeft
in de versterking 2 groeven en is voorzien van verschillende
insnijdingen tot opname van den ontlaadstok, het magazijn
en het beslag.
De kolf, die den vorm heeft van een pistoolgreep, bestaat
uit 2 deelen, die met een zwaluwstaart, en waarschijnlijk met
een of andere lijmsoort, aan elkander zijn verbonden. Dit
brengt de volgende voordeelen mede:
le. men kan, voor het onderste gedeelte A (Zie Fig 5 op
plaat VII) gemakkelijk een stuk hout vinden waarvan de
vezels in de goede richting loopen, d.i. in de richting van
den stoot, dien de lade bij het op den grond zetten van
het geweer ondervindt; bij een lade uit één stuk loopen
die vezels dikwijls in een richting min of meer dwars
op de richting van dien stoot, wat afbrokkelen van hout
bij den hiel tengevolge kan hebben;
2e. er wordt veel zuiniger gewerkt. Wanneer men uit een
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
691