b. de stootplaat met gat en krul als bij ons geweer M. 95
e. de angeldeze heeft over de geheele lengte van het
gevest ongeveer dezelfde breedte als de eigenlijke kling, maar
is bijgewerkt volgens het beloop van dat gevest, hetwelk daar
het een sabelbajonet is niet recht loopt als bij de bajonet
van ons geweer M. 95. De angel heeft aan de rugzijde dezelfde
breedte als de rug van de eigenlijke kling, en loopt, evenals
deze, naar de andere zijde (het scherp van de kling) iets
smaller toe.
De angel eindigt in een knop evenals bij ons geweer M. 95
en heeft dezelfde palinrichting als dit, om de bajonet aan het
haft van den bovenhand te kunnen bevestigen.
De bajonet is dus, evenals bij ons geweer M. 95, op 2
plaatsen aan het geweer verbonden, en wel
le. met het gat van de stootplaat om den loop;
2e. met de palinrichting aan den bovenhand.
Is echter bij ons geweer de bajonet op den bovenhand ge
plaatst, bij het Japansche geweer is zij daar tegen aan (aan
de onderzijde) bevestigd.
d. de 2 halve grependie niet met klinknagels en klinkoo-
gen, maar met 2 schroeven en 4 plaatjes zijn bevestigd; dit
heeft het voordeel dat de grepen, voor het verrichten van
herstellingen, kunnen worden afgenomen zonder ze te bescha
digen, terwijl bij onze bajonet het afnemen van de grepen
altijd met verlies van die deelen gepaaid gaat. De scheede
is vervaardigd van staalplaat, heeft inwendig een veer om
de bajonet vast te klemmen, en uitwendig (bij de opening)
een rondgaanden band met oog, ter bevestiging aan den gordel.
ONTLAADSTOK.
Zie (Fig 17 op plaat Y).
De stalen ontlaadstok is aan het eene uiteinde voorzien
van schroefdraad ter bevestiging van den wisscher, en heeft
aan het andere uiteinde een sleuf voor den poetslap.
Dicht bij die sleuf komen twee verhoogingen voor; de bo-
venbandveer pakt in de gleuf, tusschen die verhoogingen ge
legen, en belet aldus het uitvallen van den ontlaadstok.
De ontlaadstok is zoo lang dat één exemplaar voldoende is
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
695
I. M. T. 47.