De onderplaat, die aan de voorzijde door de magazijnschroef en aan de achterzijde door de kruisschroef met het staartstuk wordt verbonden, vormt tevens den beugel voor den trekker. Aan de voorzijde van dien beugel komt een pal voor ter bevestiging van den bodem; deze pal wordt door een veer en een pin vastgehouden. b. De staart van het magazijn. (Zie Fig 31 op plaat V en VI; benevens Fig 1 op plaat IV). Het vooreinde van den staart grijpt van onderen om het achtereinde van de onderplaat. De staart wordt door middel van de kruisschroef verbonden met die onderplaat en met den loop met staartstuk en diens staart, en bovendien door middel van de staartschroef met laatstgenoemden staart. c. de Bodem. (Zie Fig 32 op plaat VI). De bodem wordt aan de onderplaat bevestigd: aan de voorzijde door een nok, die grijpt in een spanning van die plaat, aan de achterzijde door een insnijding, waarin de pal van den trekker-beugel pakt. Door het gekartelde deel van dezen pal, dat binnen in den beugel uitsteekt, naar voren te duwen (waardoor de daarbij behoorende veer wordt samengedrukt), komt die pal buiten wei king en kan de bodem (met aanbrengerveer en aanbrenger) worden afgenomen. Om den bodem te plaatsen, wordt hij eerst met zijn voornok in de spanning van de onderplaat gestoken en daarna geheel in zijn ligplaats gedrukt, waarbij de pal—onder de werking van zijn veer—van zelf inspringt. Op het bovenvlak van den bodem is een ligplaats uitgesne den voor den beneden arm van de aanbrengerveer; die arm wordt van achteren naar voren onder 2 nokjes geschoven en aldus vastgehouden. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 701

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 83