WERKING YAN DEN GRENDEL.
Er wordt verondersteld dat het magazijn gevuld is; de
bovenste patroon steekt een weinig uit boven den rand van
den bak.
De geheel samengestelde grendel, voorzien van den mantel
en met den patroontrekker aan den rechterkant, wordt, met
den grendelknop naar boven, zoodanig van achteren naar voren
in het staartstuk gebracht dat de richels van den mantel en
de patroontrekker in hun gleuven passen.
De linker steunnok van den geleider en de daarachter ge
legen nok doen de nok (I) van den pal (B) van de stuitnokin-
richting (Zie Fig 2 en 3 op plaat VII) naar buiten treden,
zoodat de grendel ongehinderd kan passeeren.
Daarna pakt het voorvlak van den geleider het boven den
bak uitstekende gedeelte van de bovenste patroon en duwt
deze naar voren; die patroon komt geleidelijk hooger en is
eindelijk vrij van de wanden van den bak, waarna zij wordt
vastgehouden door den, op het voorvlak van den geleider
voorkomenden, rand. De patroon wordt in de kamer gescho
ven. Die voorwaartsche beweging van den grendel komt
voorloopig tot staan zoodra de spanning van de slagpin stuit
tegen de trekkernokde slagpin kan nuzoolang die trekkernok
niet wordt iveggenomen, in geen geval meer vooruit worden
gebracht.
De geleider kan, door meerdere krachtsaanwending, eerst
n°g di 7 mM. naar voren worden geschoven, waarbij de pa
troon verder in de kamer schietbij deze beweging, die dooi
den haan moet worden gevolgd, komt de spanning van de
slagpin vrij van haar (ondiepe) insnijding in den geleider.
Door dat naar voren gaan van den haan met tap terwijl de
slagpin niet van plaats verandert —wordt de slagveer meer
samengedrukt (meer gespannen).
Tevens komt nu de veiligheidsnok van den haan in haar
insnijding in het staartstuk, waardoor die haan belet wordt
rond te draaien, maar zich alleen nog maar in voorwaartsche
richting kan bewegen.
Legt men daarna den grendelknop naar rechts om, dan ge
schiedt het volgende:
704
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT