No. Voorwerp.
17 de 2 ontlaadstokken (een voor geweer en een voor karabijn).
18 de loop met staartstuk (geweer).
19 de lade (geweer).
20 de grendel.
21 de handbeschermer (geweer).
22 het magazijn.
23 de bovenhand (geweer).
24 de onderband (geweer).
25 de steun.
26 de magazijnschroef.
27 de kruisschroef.
28 de staartschroei.
29 de stuitnokinrichting.
30 de staart van den loop.
31 de staart van het magazijn.
32 de bodem.
33 de aanbrengerveer.
34 de aanbrenger.
35 de mantel.
36 de geleider.
37 de patroontrekker.
38 de slagpin.
39 de slagveer.
40 de haan.
Bijlage B.
Toelichtingen op cle platen.
Plaat I. Geweer met bajonet, voorzien van scheede; vizier
neergeslagen; grendelvoorzien van mantel—gesloten. Kara-
byn met monddekselvizier opgeslagengrendel—voorzien
van mantel—half geopend.
Schroevedraaier op de breede en op de smalle zijde gezien.
Plaat II. Geweer met monddeksel; vizier neergeslagen;
grendel—voorzien van mantel—geheel geopend.
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
709