INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 715 valler te vreezen heeft bij een nachtelijken aanval schuilt in omvatting, moet beveiliging der flanken eene eerste zorg zijn en daar het als regel te gewaagd is om na een succesvollen nacbtaanval de vervolging te ver door te zetten, als gevolg van de verwarring waarin de aanvaller on vermijdelijk komt, en als gevolg van het feit dat het te doorschrijden terrein onbekend is, moet de voeling met den vijand onderhouden worden middels patrouilles. Moeten loopgraven worden gemaakt, dan moet hunne richting middels het compas worden aangegeven en zorgvuldig uitgezet worden met band en merkteekens, opdat men ze bij het aanbreken van den dag niet in de verkeerde richting vindt liggen. iïachtaanvallen zijn inderdaad gewaagd; daarom is de kans op mislukken bij het gebruik van verscheidene colonnes overmatig grooter. Daarom is het aan te bevelen alle krachten voor ééne nachtoperatie te concentreeren, ofschoon er aan herinnerd moet worden, dat de sterkte eener aanvalscolonne begrensd wordt door het aantal troepen, dat bij de terreinsomstandig heden ter plaatse, kan aanvallen zonder buitengewone verwarring en wanorde. Wordt meer dan eene colonne gebruikt, dan moet elke colonne vol doende sterk zijn om plaatselijk te overwinnen zonder afhankelijk te zijn van het al dan niet slagen van de andere, want bij nacht is onderlinge steun nauwelijks mogelijk. Boven werd reeds gezegd, dat de marsehvorm van eene colonne, die bij nacht eene vijandelijke stelling gaat aanvallen, gesloten moet zijn en gewenschte formaties zijn de linie van compagnies-colonnes met kleine intervallen, of van sectie-colonnes met vieren uit de flank. Het uur, waarop het oprukken of de aanval geschiedt, zal afhangen van het te bereiken doel, maar een goede regel zal zijn den marsch of den aanval zoodanig te regelen, dat als succes verkregen wordt, de troepen in staat zijn de veroverde posities vóór den dageraad te bezetten. De aanval kan dan vervolgd of begonnen worden, naar gelang van het geval. Orders voor nachtelijke operaties moeten precies zijn, nagenoeg niets moet aan eigen initiatief worden overgelaten. Een ieder moet nauw keurig weten wat hij te doen heeft bij het oprukken en wanneer de stelling is genomen. Aan een elk dient te worden meegedeeld wat voor terrein doorloopen moet worden, en moet eene beschrijving van de stelling gegeven worden als deze bekend is en van 's vijands formatie, zoodat iedereen weet wat hij kan verwachten en dat, eenmaal bij den vijand, te groote verrassing zooveel mogelijk worde vermeden. Den aanvalstroepen moet meegedeeld worden wat de taak is van het achterblijvende gedeelte en de aanvoerder der troepenmacht moet kort te voren meedeelen, dat een nachtelijke aanval zal plaats hebben. Geen verandering in het plan moet gemaakt worden als de onderneming eenmaal is begonnen, want zulk eene verandering is niet alleen zeer gevaarlijk, daar het in den volsten zin van het woord een sprong in het duister zal zijn, maar het vertrouwen van den troep in zijne aanvoerders zal geschokt worden op een tijdstip, dat juist vertrouwen noodig is voor succes. Het marschtempo moet bij nachtelijke operaties bedaard en regelmatig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 97