716 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT zijn, en de rusten moeten op vastgestelde tijdstippen of afstanden gehouden worden, om de formatie en richting te herstellen. Een enkel woord over den verdediger bij nacht. Wordt de verdediger bij nacht aangevallen, dan is zijn normaal oogmerk tijd te winnen voor het oprukken van versterkingen. Het spreekt van zelf, dat iedere veldwacht, indien de lijn der veldwachten de lijn van weerstand is, hare stelling zal vasthouden onverschillig van het succes of het geslagen worden van troepen op de flanken en of de soldaten van den vijand al daii niet voorbij de loopgraven zijn gekomen. Een enkele hardnekkig standhoudende veldwacht kan ten slotte den geheelen aanval doen mislukken en als ze het uithoudt tot het aanbreken van den dag, is overgave de eenige keus die een aanvaller overblijft als hij de eerste linie van eene stelling is binnengedrongen, zonder den verdediger te noodzaken terug te trekken en wordt hij ten slotte edwongen door ondersteuningstroepen en reserves. Daar het vaststaat, dat het bij nacht gemakkelijker is om te verster ken dan om versterkingen terug te trekken, is het aan te bevelen om de lijn der veldwachten als weerstandslijn aan te nemen. Maar bij groote troepenmachten moeten veldwachten gewoonlijk geplaatst worden voorbij de verdedigende stelling, zoodat een dergelijke regeling daarom zelden mogelijk zal zijn. Terwijl de aanvaller bij nacht succes tracht te behalen door den invloed van verrassing en koud staal, zal de verdediger daarentegen trachten den aanvaller te verslaan met zijn eigen wapens, door hem eerst met vuur te verrassen en dan zoo spoedig als versterkingen aankomen, aan te vallen alvorens de aanvaller tijd heeft gehad zijn moreelen schok te herstellen. Waar het onverstandig is een nachtelijke aanval te ver door te zetten, geldt hetzelfde voor den tegen-aanval, die klaarblijkelijk gedaan wordt met eiken validen man, daar waar het hevigst wordt gevochten. Om bij nacht het succes te helpen bevechten van de eene plaats naar de andere is nauwelijks mogelijk. Ten slotte wordt besloten eenige typische voorbeelden aan te halen van nachtgevechten in den Russisch-Japanschen oorlog, die ten eenen- male de grondbeginselen schijnen te illustreeren, die hiervoren zijn uiteengezet en om zoowel moeite als gevaren als wel de voordeelen van deze ondernemingen te laten zien. Tijdens den slag bij Moekden, gedurende de operaties van het 3e Legerkorps om den Russischen rechtervleugel te omvatten, zag zich een deel van de le Divisie op den 9en Maart verplicht om voorwaarts te gaan over eene open, bebouwde, maar licht golvende vlakte, tegen eene linie van versterkte dorpen ten Noorden van Moekden. Het 15e Regiment van deze Divisie werd vastgehouden op omstreeks 1350 M van de Russische stelling bij het dorp Santaitsz en daar verder voorwaarts gaan bij dag ondoenlijk was, werd besloten om de plaats door een nachtelijken aanval te nemen. Yoor dit doel verzamelden de Japanners om 1 uur v. m. uit de le Divisie, maar hoofdzakelijk uit het 15e Regiment, een 13 tal compagnieën. Deze werden in vier groepen verdeeld; twee voor den aanval, respectievelijk uit 5 en 4 compagnieën, ieder onder een bataljons-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 98