Jan. 1912.] De Indische Oorlogsbegrooting voor 1912. nader te noemen voorwaarden te doen overgaan in betrekkingen bj de politie en in andere civielo functiën, voor welker vervulling in oorlogstijd met minder personeel dan wel met nieuw in dienst te stellen burger werkkrachten kan worden volstaan. De bedoeling hier bij is niet om de militairen met behoud van hunne functie in het leger, burgerlijke betrekkingen te doen waarnemen, doch om civiele betrekkingen open te stellen voor goed gesignaleerde inlandsche mi litairen, die, ouder verplichting om voor herhalingsoefeningen en bij mobilisatie ouder de wapenen te komen, in civielen dienst overgaan en bij het leger worden vervangen door nieuw aaugeworven perso nen. De open te stellen betrekkingen zouden zijn die van oppasser bij de politie, bureau-oppasser, boodschaplooper, magazijnknecht bij de verschillende departementen, ljuwachter, postiooper, besteller, re- keninglooper en mandoer bij de post en telegrafie, waker bij den pandhuisdienst, overwogwachter en remmer bij de staatsspoorwegen. Aangezien het voorts in de bedoeling zou liggen slechts een betrekke lijk gering gedeelte van bovengenoemde weinig speciale kennis vor derende betrekkingen voor militairen open te stellen, zou de vervul ling van de opeukomende plaatsen bj mobilisatie door aanstelling van burgerpersoneel geen bezwaar behoeven op te leveren. Op die wjze zou het mogeljk geacht worden eene reserve te vormen van ongeveer 2600 man, waarvan de kosten ruim 3 ton zouden bedragen. intusscben maakt de uitvoering van het hierboven in korte trek ken aangegeven stelsel nog een onderwerp van nader overleg met de Indische regeering uit. Het advies van de Indische regeering omtrent de wensehel ijkheid van het invoeren eener dienstplicht voor de Europeanen in Indië heeft den ondergeteekeude nog niet bereikt. De uitkomsten van de werving in de laatste twee jaren maken, dat het niet mogelijk is het normale jaarlijkscho verloop geheel to dekken, waaruit volgt dat, zoo hierin geen verandering komt, het vóór 1908 in Indië ontstane incompleet binnen afzieubaren tijd niet zal kunnen verdwjnen Wel bieden zich velen voor dienstneming aan, doch de strenge keuring, waaraan de candidaten onderworpen worden, heeft tengevolge dat velen moeten worden afgewezen. De onder- geteekende heeft daarom naar middelen ter verbetering omgezien. Een te dien einde aan den Minister van Oorlog gericht verzoek om maatregelen te overwegen ter bevordering van de detacheertng van miliciens heeft er toe geleid, dat bij Koninklijk besluit van 15 Maart 1911 n°. 47 is bepaald, dat militieplichtigen, die gedurende drie jaren of langer bj de koloniale troepen hebben gediend, bij eene oproeping onder de wapenen voor herhalingsoefeningen van de verlofgangers van de lichting en van het korps, waartoe zj behooren, buiten die oproeping worden gelaten. Die maatregel heeft echter tot nog toe weinig resultaat opgeleverd, terwijl de andere middelen, waarvan verbetering wordt verwacht, nog nader overleg met de Indische regee ring vereischen. Daar in het Voorloopig Yerslag geen feiten worden genoemd en 94

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 100