96 Jan. 1912.] De Indische Oorlogsbegrooting voor 1912. Zooals de ondergeteekende in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer betreffende de loopende be grooting (bladz. 44) beeft medegedeeld, kan de vraag of het wensche- schelijk is meer uitbreiding te geven aan de drankvrije cantines eerst een punt van overweging uitmaken, zoodra de resultaten bekend zullen zijn van de thans in Indië aanhangige proef met de tot gezelliger onderofficiers- en soldaten-sociëteiten vervormde cantines. Door den ondergeteekende zijn geen klachten over de verpleging en verzorging in bet militair hospitaal te Batavia ontvangen. Voor zoo veel noodig veroorlooft hij zich te doen opmerken dat in de betrek kelijke militaire tarieven is aangegeven op welke verpleging de lijders in de militaire hospitalen aanspraak hebben, zoodat het hun, wanneer daarin wordt te kort geschoten, altijd mogelijk is bezwaren terzake bij de bevoegde autoriteit in te brengen. Blijkens het Koloniaal Verslag van 1911 (kolom 72) worden thans proeven genomen met een nieuw noodration, in samenstelling overeen komende met dat bij het Japansche leger in gebruik. Omtrent de samenstelling, den prijs en de plaats van vervaardiging van dat voe dingsmiddel heeft de ondergeteekende vooralsnog geen mtdedeeling ontvangen. De ondergeteekende behoeft nauwelijks de verzekering te geven, dat de bestrijding van het concubinaat in de kazernes in hem een warm voorstander vindt. Of echter de voorstelling in het Voorloopig Verslag den algemeenen toestand in het leger weergeeft en dus een juist beeld vormt van de werkelijkheid zou hij niet zoo durven beamen, maar hij erkent gaarne de wenschelijkheid om niets onbeproefd te laten wat strekken kan tot verhooging van het zedelijk peil van den kolo nialen militair. Bij de overweging der maatregelen, die kunnen leiden tot het terugdringen van het concubinaat, moet de Regeering er ech ter op bedacht zijn om de oplossing van dit zoo buitengewoon moeilijk vraagstuk niet in gevaar te brengen door het nemen van te ingrijpende maatregelen. Men zou dan wellicht den toestand nog verergeren. Slechts door geleidelijke verbetering in hoofdzaak door opheffing van het zedelijk peil van het individu, zal het desideratum zijn te bereiken. Intusschen blijft de Regeering ter zake diligent, hetgeen moge blij ken uit de op de begrootiugen van de laatste jaren en ook op deze begrooting uitgetrokken bedragen tot uitbreiding en verbetering van het logies voor gehuwde militairen beneden den rang van officier, waarmede tevens verband houdt de uitbreiding van de gelegenheid om te huwen zonder de belangen van den dienst te schaden. Zoo is sedert 1901 het getal gehuwde railitaieen nagenoeg verviervoudigd. Voorts wordt bij de oprichting van nieuwe kampementen steeds zooveel mogelijk rekening gehouden met den eisch om gehuwden afzonderlijk te huisvesten. Hoewel dus bij den ondergeteekende de overtuiging bestaat dat ge daan wordt wat zoneter schade gedaan kan worden, acht hij het on derwerp niettemin belangrijk genoeg om op de aanbevolen denkbeel den nogmaals de aandacht van den Gouverneur-Generaal te vestigen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 102