99
De Indische Oorlogsbegrooting voor 1912. [Jan. 1912.
ontvangen adviezen en voorstellen. Dat, waar het geldt een zoo tech
nische aangelegenheid als de aanschaffing van oorlogsmaterieel, zoowel
door den Gouverneur-Generaal als door den Minister bijzonder hooge
beteekenis wordt gehecht aau de adviezen van het Indisch legerbe
stuur spreekt wel van zelf en het streven van den ondergeteekend9
is er dan ook steeds op gericht zooveel als mogdijk is die adviezen
te volgen. Maar bezwaarlijk zou er sprake van kunnen zijn in die
richting zóó ver te gaan dat de verantwoordelijkheid voor de beslis
sing zelve werd overgedragen van den Minister op den commandant
van het Indische leger, met terzijdestelling dus tevens van den Gou
verneur-Generaal, volgens art. 42 van het ftegeeringsreglement opper
bevelhebber van de in Nederlanasch-Indië aau wezige landmacht. Voor
zooveel den ondergeteekende bekend, is die gedachte dan ook tot dus
ver bij niemand, ook niet bij het Indisch legerbestuur, opgekomen.
Ter beantwoording van de vraag, hoe het thans staat met de ver
wapening van de bergartillerie, heeft de ondergeteekende de eer mede
te deelen, dat de firma Schneider heeft toegezegd materieel ter beproe
ving naar Indië te zullen zenden, doch dat hem nog niet bekend is,
wanneer dat zal geschieden; dat blijkens mededeeling van de firma
Ehrhardt, het door deze firma voor de beproeving beschikbaar te stellen
geschut, omstreeks 15 Januari 1912 ter verzending naar Indië zal
gereed staan; en dat het materieel afkomstig van de firma Krupp in
Augustus .j I. is verzonden.
Het met de Indische regeering gehouden overleg in zake de uitzen
ding en beproeving van het materieel, leidde er toe, dat op verzoek
van het Indisch legerbestuur, de drie tirma's alsnog vooraf in kennis
zijn gesteld met alle aan het berggesehut te stellen hoofdeischen, zooals
die in de uit Indië ontvangen bescheiden waren geformuleerd, en welke
eischen ruimte laten zoowel voor het kanon van het nieuwe zware als
voor dat van het reeds bestaande lichte type.
De firma Krupp heeft na kennisneming van die eischen gevraagd om
voor eigen rekening gelijktijdig met het zware berggesehut een licht
bergkanon te mogon uitzenden, teneinde het desgewenscht in Indië,
mede op eigen kosten, te doen beproeven. Dat verzoek is ingewilligd.
Onder af deeling 173. Zooals reeds werd medegedeeld op bladz. 102
van de Memorie van Toelichting, is de instelling van een attaché mili
taire bij Harer Majesteits gezantschap te Tokio feitelijk niet anders
dan de bestendiging van een tijdelijken maatregel, waarvan het nut
in de practijk reeds afdoende is gebleken. Dat het voorgestelde
salaris te hoog zou zijn, kan moeilijk worden toegegeven, aange
zien de betrokkene daaruit ook de bezoldigingen van zijne tol
ken en schrijvers, zoomede andere dienstuitgaven behalve reiskos
ten zal moeten bestrijden. Bovendien moet de attaché in staat zijn
zich behoorlijk te bewogen in de omgeving waarin hij geplaatst is.
Op grond van de ter zake ontvangen rapporten wil het den onderge
teekende voorkomen dat de attaché militaire zonder bezwaar zijne
werkzaamheden tusschen Tokio en Peking zal kunnen verdeelen.