Forthonden. [Jan. 1912, een sterk contrast met 't moederland, dat alles wat geld kost slechts hoogst tijdelijk wordt geëntameerd, doch zelden met energie doorgezet; alleen wat dubbeltjes opbrengt, met name de particuliere industrie, weet aller krachten tot inspanning te bewegen. Snel wisselen de bestuurskrachten, en daarmede de inzich ten; wat een voorganger met ijver heeft aangevat, wordt door den opvolger even hard verwaarloosd. Helaas, meestal uit onkunde. Indië is het land der stokpaardjes! Als we nagaan, dat het fokken van een nieuw ras toch wel allerminst 10 jaar zal kosten, zien we onmiddellijk in, dat van gouvernementeele bemoeiingen in deze niets is te verwachten. Alleen met een 10-jarige éénhoofdige leiding ware wat te bereiken. En die is ondenkbaar. Het particulier initiatief zou in deze veel meer tot stand kunnen brengen. Er zijn genoeg lange en heele blijvers, tevens hondenliefhebbers. Eén ding zou echter in de eerste plaats noodig wezen, dat is: organisatie. Pas wanneer we in Indië krijgen: georganiseerde honden sport, een kynologische vereeniging, een orgaan, bijeenkomsten, tentoonstellingen, wedstrijden, dan eerst zou men iets kun nen verwachten op 't gebied van hondenfokkerij, in casu van een nieuw inheemsch politiehondenras. Zooals 't er nu voor staat, herhaal ik mijne meening: nog in geen vijftig jaar! Van harte hoop ik, dat die meening wordt gelogenstraft. Slot volgt). J. B. van der Poll Kapitein der Artillerie. 17 I. M. T. 1912. 2.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 23