Jan. 1912.Het optreden tegen den Inlandschen vijand.
Waar in de marschbivaks, die gewoonlijk slechts voor kor
ten tijd betrokken worden, geen of zeer weinig gelegenheid
bestaat om een bepaalde afgesloten ruimte voor de gevange
nen te maken, is het het meest aan te bevelen hen onder
direct toezicht van de wacht te binden aan een paal of stevig
in den grond geslagen piket, zoodanig, dat pogingen tot ont
vluchten onmiddellijk worden waargenomen. Bij zwaren regen
make men ook voor hen eenige beschutting daartegen, wel
ke echter zoodanig moet worden aangebracht, dat het toezicht
er in geenen deeie door belemmerd wordt. Yan het gedruisch
toch zullen zij gebruik trachten te maken om ongemerkt de
vrijheid te herwinnen. Waar het oor dus in zijne waarne
ming beperkt wordt, make men van het oog dubbel gebruik.
Een andere gelegenheid, waarvan zij gretig gebruik zullen
trachten te maken om te ontvluchten, is gelegen in de omstan
digheid, dat zij aan hunne natuurlijke behoeften moeten
voldoen. Daarom moet dit steeds onder gewapend geleide
plaats hebben, terwijl men zich daarbij slechts op korten
afstand van de patrouille verwijdert. Ten einde tevens te
voorkomen, dat de patrouille noodeloos wordt opgehouden,
mag aan dergelijke verzoeken alleen gevolg gegeven worden
gedurende de rusten, dan wel wanneer de werkzaamheden
voor bet betrekken van het bivak geheel zijn geëindigd.
Ook bij het baden zal een gevangene trachten te ontkomen.
Het is noodzakelijk hem ook daarbij gebonden te houden,
wat, met het oog op de hem gelaten volledige bewegingsvrij
heid der ledematen, in het geheel geen bezwaren oplevert,
als het touw maar lang genoeg is; voorts moet hierbij gewa
pend toezicht plaats hebben, terwijl het aantal personen,
dat de gelegenheid mede waarneemt om een bad te nemen,
niet te groot mag zijn.
Waar van de zijde der kwaadgezinde bevolking verwacht
kan worden, dat zij haar gevangen kameraden zal trachten
te bevrijden en de duisternis gedurende den nacht haar
daarbij behulpzaam kan zijn, zullen de commandanten, vooral
tijdens het verblijf in een marschbivak, hierop verdacht moeten
20