Jan. 1912.] Kalibekvraagstuk der Bergartillerie.
Indien deze zin, in stede van bijna aan het slot, aan het
begin van het opstel geschreven ware, hadden de ïïeeren het
geheele opstel verder gevoegelijk in de pen kunnen houden.
Waar nu de Russisch-Japansche oorlog zoo doorslaand de
behoefte aan berggeschut van een kaliber als het veldgeschut
en aan een projectiel met eene zelfde uitwerking, opdat dit
geschut naast en in vereeniging met het veldgeschut kan
optreden heeft aangetoond, waar het streven van alle Staten,
zich uitrustende tegen een gelijkwaardig en tegenstandereen zelfde
richting aangeeft, waar dus de ondervinding leert, dat
evenals elders het ook voor Indië een eerste eisch is, naast
het gereden veldgeschut over een degelijk draagbaar veld
kanon te kunnen beschikken, moet het verwondering baren,
dat er nog Indische artilleristen zijn, die in het Orgaan van
het Indische Leger ten opzichte van dat geschut nog zulke
verouderde stellingen verkondigen.
Trouwens de HH. B. M. staan niet alleen. Santa Bar
bara is nu eenmaal conservatief! Ook in Nederland deed zich
dit conservatisme gelden en wel zoodanig, dat Krupp er toe
kwam op eigen kosten nog een gewoon bergstuk ter beproe
ving naar Indië uit te zenden, een stuk, waarop alles wat door
ons tegen het 7,5 c.M. L/17 aangevoerde van toepassing is.
Yoor het Hoofdwapen, de Infanterie, is echter te hopen,
dat in de kwestie van de verwapening der bergartillerie de
moderne denkbeelden, door andere Staten, waaronder zeker
onzen tegenstanderreeds gehuldigd, zullen zegevieren en wij
OVEREENKOMSTIG DEN VOOR INDIË OOK GESTELDEN EISCH binnen
kort bij de zoogenaamde bergartillerie in het bezit zullen
zijn van een draagbaar veldkanon „met eene uitwerking,
die der veldartillerie op zijde strevende, zóó krachtig, als met
inachtneming van de eischen van vervoerbaarheid, de tech
niek maar eenigszins bij machte is te geven" en met het
kaliber van en met eenzelfde projectiel als de huidige veld
artillerie.
A. J. Gooszen.
42