De positie v/d opp. civielgezaghebber. [Jan. 1912. HK f 500, harnachementen, paarden, rijtuigen, inrichting, jacht geweer als anderszins; die uitgaven zijn niet geheel verloren, doch wel gedeeltelijk. Wat blijft er over van de maandelijksche toelage van f 110? Is het eene stoute bewering, dat men er als officier financieel beter aan toe is De zelfstandigheid en de nuttige werkkring. Zeker, men is in vele zaken op zich zelf aangewezen, heeft betrekkelijk weinig voeling met zijne chefs, men is minder gebonden aan bepalingen en voorschriften, maar is dat zoo'n groot voor deel? In het leger is veel voorgeschreven, maar gelukkig niet alleen plichten, maar ook rechten. En dat laatste wordt veel te weinig geapprecieerd. Gebrek aan voorschriften geeft aanleiding tot willekeur en bij willekeur hangt het er maar van af, op welk standpunt men staat, en juist omdat men ver van zijne chefs verwijderd is en veel schriftelijk moet geschieden ontstaan lichter misverstanden, daaruit weer wrij ving en dan wordt het gevaar voor willekeur groot, te meer daar de vrij wel uitsluitende omgang met inlanders bij amb tenaren van het B. B. zonder nu dadelijk Tropenkoller te verwekken, toch wel het ontwikkelen van autoriteitsgevoel bevordert. Men kan nuttig werkzaam zijn en resultaten van zijn werk zien, maar niet moet worden vergeten, dat door tekort aan ambtenaren het aantal overplaatsingen bij het B. B. groot is en al wordt men zelf niet overgeplaatst, de chefs wisselen en bij de afwezigheid van bindende voorschrif ten wisselt met eiken chef als regel de bestuursrichting. Bovendien, eer men zich heeft ingewerkt, van taal en onder geschikten op de hoogte is, verloopt minstens een jaar en dan eerst kan men met werken aanvangen. Het besturen omvat trouwens niet alleen wegen aanleggen, e. d., dit is slechts een klein deel er van, maar bevordering van onderwijs, credietwezen, handel, enz. en van werkzaamheden in die rich ting ziet men zoo gauw geen resultaten. Nog dient niet uit het oog verloren, dat men als regel aan groote eenzaamheid blootgesteld is, men is op heel veel plaat sen de eenigste Europeaan, omringd door weinig betrouwbare 78

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 79