nogmaals fief Kaliberüraagstuk der Bergartillerie. Ook bij de verwapening der bergartillerie van het Indische Leger werd in de eerste plaats nagegaan op welke wijze men deze geschutsoort in den oorlog tegen den B. V. wilde aan wenden en stelde in verband daarmede de eischen. Deze eischen zijn voor Indië met het oog op het gebruik, dat men van deze geschutsoort maken wil, en met de Indi sche toestanden en de Indische terreinen en weersgesteld heden anders dan elders. Evenmin als men, zooals HH. Boodt en Maurer in hun opstel: „Het kalibervraagstuk der Bergartil lerie" aantoonden, vuurmonden van verschillend kaliber kan vergelijken naarmate van hun mondingsenergie, evenmin kan men het berg- of koloniaal-geschut van verschillende mogend heden vergelijken alleen lettende op kaliber, projectielgewicht en aanvangssnelheid, als men niet weet naar aanleiding waar van dat kaliber, dat projectielgewicht en die aanvangssnelheid werden aangenomen. Voor Indië is aangenomen, dat in het werkdadig gebruik van veld- en berg-artillerie geen beteekenend verschil zal be staan. Berg-artillerie voor Indië moet dus als veld-artillerie, ook naast en tegenover veld-artillerie, kunnen optreden Al hebben wij op Java ons terrein van actie vooral in den regenmoesson zeer zware terreinen, een eigenlijke berg- oorlog, zooals in een Alpengebied, Karpathen, Balkan en Pyrenaeën, wordt bij ons niet gevoerd. Berg-artillerie werd voor Indië, naast de veld-artillerie, noo- dig geoordeeld, voornamelijk omdat de veldartillerie, zoodra de terreinmoeilijkheden tot een bepaalde hoogte zijn gestegen, 32 Avant d' adopter une bouche a feu il faut être fixé sur son mode d' emploi. LanglOis. 1) Deze geschutsoort is niet bestemd voor den strijd tegen den inlandsehen vijand, waarvoor eenige lichte vuurmonden van 4 c.M. kaliber verlangd worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 38