De positie Dan den oflicier-ciDielgezag-
hebber, fd, controleur.
Het artikel van P. Q. R., in het jongste Septembernummer
van dit tijdschrift, brengt de wenschelijkheid naar voren, dat
het officiers-corps, met name de jongere leden daarvan, eens
ingelicht wordt, wat tijdelijke overgang bij het B. B. beteekent.
Het lijkt zoo mooizelfstandigheid, nuttige werkkring, grooter
tractement, maar wat blijft bij nader beschouwing daarvan
over? Allereerst van dat hooger tractement, helaas, krijgt het
klinkend argument meer en meer invloed bij het officiers
corps. De fd. controleur begint als regel met ƒ300 's maands,
wat al spoedig bij gebleken geschiktheid verhoogd wordt tot
f 350, waarmee de maarschalksstaf bereikt is. Na zes
jarigen dienst wordt, in tegenstelling met de actieve officieren
en controleurs, geen verhooging toegekend. Een controleur met
zes dienstjaren heeft f 375 's maands, een fd. controleur van
gelijken diensttijd heeft f 350. Dit is eene onbillijkheid,
immers beiden doen gelijke diensten, moeten gelijkelijk repre-
senteeren, worden naar gelijken maatstaf beoordeeli, verkeeren
in volkomen gelijke omstandigheden, behalve dat de fd. con
troleur, die elk oogenblik voor het geval kan geplaatst worden
weder in zijn rang bij het leger van pro memorie terugge
voerd te worden, verplicht is naast de studie voor zijn huidige
functie, die voor zijn militair ambt tevens bij te houden,
niet alleen voor zijne civiele kleeding, maar ook voor zijne
militaire uitrusting zorg te dragen. Bij meerdere uitgaven
krijgt hij bij gelijke dienstprestatie alzoo minder inkomsten.
Wat blijft er over van de f 110, die de officier fd. controleur
meer ontvangt? Allereerst heeft hij geen recht op vrije ge-
neeskunige behandeling en medicijnen. Dat is een genot,
dat door den actief dienenden officier in het algemeen veel
te laag geschat wordt. Een ongeluk, een val bij het paardrijden,
een ziekte van eenigen duur verslindt de toelage voor maanden.
71