ïïïededeelingen betreffende het
Indisch beger.
Genie,
Telegraafafdeeling
Voor de telegraafafdeeling van het Korps-Genietroepen is thans
eene definitieve uitrusting aan materieel vastgesteld.
Bovendien wordt opgericht eene afdeeling voor draadlooze telegrafie.
Eene uitbreiding aan personeel is voor 1912 voorgesteld.
De telegraafafdeeling zal in een oorlog tegen een buitenlandschen
vijand tot stand moeten brengen
le. De verbinding van den bevelhebber eener zelfstandig ageerende
troepenmacht met den Commandant van het Leger, c. q. van dezen
laatste met sommige daarvoor in aanmerking komende plaatsen (maga
zijnen, depots), waartoe zij aansluiting zoekt aan het bestaande tele-
graafnet. Hiervoor worden noodig geacht twee houdfdkwartier-tele
graaf af deelingen en een reserve hoof dkwartier-telegraafaf deeling, welke
'laatste steeds ter beschikking van den Commandant van het veldleger
blijft.
2e. De verbindingen van den Commandant van het veldleger met
de brigadestaven zoomede van die staven onderlinsr. Daarvoor wordt
bij elke brigade ingedeeld een brigadetelegraaf afdeeling.
3e. De verbindingen van den brigade commandant met belangrijke
punten van een voorpostenstelling en met de verschillende bivaks.
Daarvoor beschikt elke brigade over een telefoonat deeling.
4e. Die verbindingen, welke in het algemeen door den troep zeiven
(optisch) worden tot stand gebracht, ingeval van ineer dan gewone
splitsing of te grooten afstand. Daarvoor dienen zes optische-seinaf-
deelingen. Tevens kunnen deze de telefoonafdeelingen tijdelijk vervan
gen of aanvullen bij storing der telefonische gemeenschap, vernieling
der lijnen, of wanneer door groote splitsing der troepen een telefoon-
afdeeling te weinig materieel bezit. Eindelijk vormt het personeel
eene reserve voor de andere formaties.
5e. De verbinding van het hoofdkwartier met op grooten afstand
optredende cavalerie-afdeelingen, officiers-patrouilles, verkenningsde-
tachementen en zelfstandige cavalerie. Daarvoor zal in de toekomst
worden samengesteld eene afdeeling van vier hereden telegrafisten.
Uit onderstaande tabel moge in hoofdzaak de uitrusting van de in
punt 1, 2 en o genoemde atdeelingen blijken die der aldeelingen ad
4e en 5e is nog niet definitief vastgesteld.
I. M. T. 1912. 6
81