Jan. 1912.]
Mededeelingen.
86
b. een lange grijs-groen katoenen pantalon, zonder uitmonstering;
voor beredenen desgewenscht een korte rijbroek van dezelfde stof.
c. oen grijs-groen katoenen kwartieriuuts met slappen, overhangenden
bol; voor officieren, onderluitenants en adjudanten-onderofficier, voor
zien van een vallende klep; ..et stijve gedeelte van de kwartiermuts
(c. q pet) ongeveer hoog 5j c M., waaromheen voor de officieren een
zwart zijdon baDd van het model als door de officieren der zeemacht
op de pet werd gedragen, ter breedte van 4^ c. M., voor de opper- en
hoofdofficieren de randen omzet met vergulde of verzilverde tres, breed
3 m. M.voor de onderofficieren beneden den rang van adjudant-on
derofficier en de mindere militairen een groen zijden lintaan de voor
zijde een ronde kokarde, oranje mei 3 rijen gouden of zil veren torsades
voor de officieren, onderluitenants en adjudanten-onderofficier, met dien
verstande dat voor de beide laatst genoemde categoriën van militairen
de torsades half doorwerkt zijn met zwarte zijde; (oranje met 3 rijen
torsades van gele koordsaai voor de onderofficieren beneden den rang
van adjudant-onderofficier; en een metalen kokarde voor de mindere
militairen), de kokarde van de kwartiermuts c. q. pet) wordt tevens
op den ba mboehoed gedragen en wordt met een drukknoop op beide
hoofddeksels bevestigd.
Op den kraag van de grijs-groen katoenen jas worden eenvoudige
rang-distinctieven gedragen, voor zcover voor de onderkenning der
rangen noodig is.
Deze bestaan uit:
1. voor opper- en hoofdofficieren belegstukken van he+zelfde galon
als op den kraag der blauwe attila wordt gedragen, met d'°en verstande
dat bij de hoofdofficieren van den Generalen Staf en der Intendance
het belegstuk is aangebracht respectievelijk op licht blauw en karmo
zijnrood laken, zoodanig, dat het lakeu langs den geheelen omtrek
zichtbaar is;
2. voor de subalterne officieren een belegstuk van zwart laken om
zet met een platte vergulde of verzilverde tres van 3 m.M., naar
gelang de meta'en onderdeelen van de pet verguld of verzilverd zijn,
met dien verstande, dat het laken voor de subalterne officieren van
den Generalen Staf en der Intendance respectievelijk lichtblauw en
karmozijnrood is.
De sterren worden op het belegstuk gedragen.
3. De opperofficieren dragen aan beide mouwen een bind van goud
galon, als voor den kraag der attila van de hoofd-offieieren is voor
geschreven, aan de voorzijde van 3 in een gelijkbeenigen driehoek
geplaatste zilveren sterren voor een Luitenant-Generaal en van 2 hori
zontaal naast elkander geplaatste zilveren sterren voor een Generaal-
inajoor, voorts wordt op do klep van de grijs-groen katoenen pet een
gekartelde rand van verguld gebombeerd metaal gedragen.
4. voor onderluitenants, adjudanten-onderolfitier en het kader beneden
dien rang bestaan de distinctieve teekenen uit hoekvormige, op belegsels
van grijs-groen katoen, aangebrachte lissen van galon.
De bedoeling is, aan ieder militair beneden den rang van adjudant-