Febr. 1912]. Samenstelling vloot in N. I, 210 Hieruit blijkt dus, dat aan dezen grondslag voor de kostenberekening der Commissie geen waarde kan worden gehecht. Alle uitgaven toch ten behoeve van het personeel, als die voor bezoldiging, huishuur, overvoer, opleiding, verlof, pensioenen enz. zul len met minstens 13 pet. vermeerderd moeten worden, waardoor op dit punt alleen de kostenberekening de volgende wijzigingen zou moeten ondergaan. Bezoldiging geraamd op f 2 978 358 13 pet. wordt f 3 365 515 Huishuurindemniteit v 198 840 13 v 224 689 Kostenovervoer van en naar Nederland v 163 214-)- 13 184 432 Kosten van opleiding v 214 674 -)- 13 242 582 Kosten verlof buiten Nederl.-Indië 264 043 -f 13 298 369 Pensioenen 1207 820 j—13 1 364 837 Overige posten 96 050+ 13 108 537 Totaal f 5 122 999 wordt f 5 788 991 Het minimum-bedrag, waarmede de jaarlijksch-e uitgaven van het personeel alleen uit dien hoofde zal moeten worden verhoogd, bedraagt dus reeds f 665 992, terwijl ook het door de Commissie voor kazer neering uitgetrokken bedrag, hoewel niet met '13 pet., toch vrij belang rijk zal moeten worden verhoogd. En nu het materieel. Op bladz. 126 van 't rapport (bijlage H) wordt vermeld, datde kos ten voor inventarisgoederen per ton waterverplaatsiug, voor de in dienst ■zijnde schepen, geraamd worden op f 12,40 en dat zulks gebaseerd is op „ter kennis van de Commissie gegeven stukken". Welke stukken de Commissie hierbij geraadpleegd heeft, kan door mij niet worden nagegaan, maar op grond van de aan dit Departement verzamelde gegevens kom ik tot geheel andere resultaten. De Commissie heeft in elk geval over 't hoofd gezien dat het ver bruik van inventarisgoederen aan boord van een pantserschip en aan boord van eene torpedoboot per eenheid van waterverplaatsing niet het zelfde is. Ilooger genoemde gegevens raadplegende blijkt, dat Ilr. Ms. Tromp in de jaren 1P07 en 1908 respectievelijk aan inventarisgoederen ver bruikt heeft f 37346,765 en f 47052,155, terwijl Hr. Ms. Koningin Begentes over 1908 voor deze artikelen tot een bedrag van f 37 235,06 verbruikt heeft. In deze bedragen zijn geen brandstoffen en torpedo- en artilleriematerieel begrepen, waarvoor door de Commissie ook af zonderlijke bedragen zijn uitgetrokken en waarmede dus bij de hierna volgende berekingen ook geen rekening is gehouden. Gemiddeld werd dus door een schip van onze tegenwoordige artillerievloot verbruikt f 40544,66, 't geen overeenkomt met een bedrag van f 7,97 per ton waterverplaatsing per jaar. Wanneer 't zelfde nagegaan wordt voor onze torpedobooten blijkt, dat Hr. Ms. HydraScyllaPythonMinotaurusSphinx, Draak

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 100