Samenstelling vloot in N. I. [Febr. 1912. 213 onjuist de Commissie is te werk gegaan, door voor alle typen van schepen eenzelfde verbruikscijfer van f 12,40 per ton aan te nemen. De artillerievloot, als door de Commisie niet gewenseht, weder buiten beschouwing latende, volgt dus uit bovenstaande cijfers, dat de torpedokruisers en jagers aan inventarisgoederen per jaar, respectie velijk f5,56 en f 12,79 meer per ton waterverplaatsing zullen kosten, dan door de Commissie geraamd is. Aangezien nu de torpedovloot der Commissie, wat betreft 't gedeelte daarvan, dat gedurende een jaar in dienst zal zijn, in dezelfde omstan digheden zal verkeeren als onze tegenwoordige torpedovloot (in beide gevallen is ongeveer een derde gedeelte van 't materieel in dienst) laat de verbeterde raming zich als volgt becijferen: 6 torpedokruisers, te zamen metende 9000 ton, kosten aan inventa risgoederen per jaar 9000 5,56 f 50040 meer dan geraamd is door de Commissie. 33 torpedobootjagers, te zamen metende 11550 ton, zullen per jaar aan inventarisgoederen 11550 X f 12,79 f 147724 meer kosten dan in 't rapport geraamd werd, 't geen een totaal maakt van f 197764 per jaar meer. Ik vermeen met bovenstaande cijfers, zoowel ten opzichte van 't per soneel, als 't materieel te hebben aangetoond, dat ook in verband met het dienaangaande hiervoren reeds vermelde, aan de kostenberekening der Commissie weinig of geen waarde mag worden toegekend. De vice-admiraal, commandant der zeemacht en chef van het departement der marine in Nederlandsch-Itidië, (w.g.) A. H. Hoekwater.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 103