Ouerzichf Dan eenige Tijdschriften,
215
Mavors 1911 No. 12.
Deze aflevering begint met een artikel van den Majoor-Intendant
L. E. W. van Albada, getiteld .Hoofdbeginselen der legerverpleging."
Onder vermelding van de samenstelling der verplegingstreinen in de
verschillende Europeesche legers, wordt in het kort aangegeven hoe
de approviandeering van het opereerende Nederlandsche veldleger op
de meest rationeele wijze kan geschieden. S. toetst zijn desiderata aan
de thans in Nederland bestaande inrichting der verplegingstreinen en
komt tot de conclusie, dat er nog zeer, zeer veel aan het verplegings-
wezen te verbeteren valt.
Bij eene vergelijking van Nederlandsche toestanden met die in ons
leger, dient vooral in aanmerking te worden genomen dat in Nederland
over een uitgebreid net van wegen, kanalen en spoorlijnen wordt beschikt.
Een blik op de kaart is voldoende om te zien, dat er ginds weinig
punten te vinden zijn, welke meer dan 15 K. M. van een spoorlijn
zijn verwijderd. Zóó ver zijn we hier helaas nog niet.
De le Luit. der wielrijders F. G. de Veer, van wiens hand in Mavors
reeds zoo menig artikel over de taak en het optreden van wielrijders-
afdeelingen verscheen, breekt thans een lans voor het opvouwbare
rijwiel.
Onder den titel: „Is een opvouwbaar rijwiel noodig voor eomp.
wielrijders," levert S. een studie, waarin hij de verschillende gevallen
waarin, en de wijze waarop die afdeelingen zullen moeten optreden,
behandelt. Schrijver's conclusie is, dat het opvouwbaar rijwiel in
alle opzichten de voorkeur verdient. "Wel worden ook eenige nadoe
len opgesomd, waaronder in de eerste plaats wordt vermeld de ver
minderde bewegingsvrijheid van den man, als hij in het gevecht ook
nog het rijwiel op zijn rug heeft, maar dit bezwaar wordt niet van
overwegenden aard geacht.
't Kan zijn. Ons lijkt echter een aanvallende infanterist met een ge
vouwen rijwiel op zijn rug, waaraan toch altijd ook nog eenige bagage
is bevestigd, geen toonbeeld van beweeglijkheid. Toegegeven moet
worden, dat men zich met een dergelijk rijwiel beter en vluggerdoor
alle terreinen kan bewegen, dan wanneer men het aan de hand moet
meevoeren.
Frankrijk, Italië en België bezitten reeds sedert lang opvouwbare
rijwielen, terwijl het Nederlandsche Legerbestuur aan de Fongers-rij-
wielenfabriek opdroeg eenige exemplaren te construeeren.