221 Boekbeoordeeling. [Febr. 1912. Pekalongan heeft pas een aanvang genomen. Niettemin worden we reeds verrast met een gedetailleerde kaart van den krater van den Slamet. De kapitein Lamster, die vergezeld van den Heer Dr Küpke van het Algemeen Proefstation te Salatiga, den 11 en September 1910 den berg beklom, geeft een zeer lezenswaardige beschrijving van den ruim 3400 M. hoogen vulkaan. Een zestal fraaie photo's van Dr. Röpke en een doorsnede van den top, vormen met den tekst ongetwij feld een belangrijke aanwinst voor de vulkaanlitteratuur. Yoor de herziening van de Residentie Preanger-Regentschappen waren gemiddeld slechts drie opnemers en topografen beschikbaar, van daar dat slechts 289,0 vierk. K. M. opgeleverd werd. 't Is te hopen, dat de herziening zich weldra ook meer naar het Zuiden zal uitstrek ken het spreekt van zelf, dat in de daar voorkomende groote cultuur centra beduidende veranderingen hebben plaats gehad. Ook de ter reinen om de Wijnkoopsbaai en die nabij Bandjar vragen de aandacht. Tegenover bladz. 64 vinden we twee fraaie kaarten van den Kawa Ra- toe, een der kraters van den Tangkoeban Prahoe, éen volgens de opneming van 1908 en een ander zooals de kawa zich voordeed na de uitbarsting op den 7en April 1910. Het meer is belangrijk in omvang afgenomen, zoowel ten Noorden als in de onmiddellijke nabijheid er van, vertoonen zich thans solfatoren. Vooral de photo na de uitbarsting geeft een goed beeld van den krater. De triangulatie van Krawang kwam gedurende het verslagjaar ge reed, de opnemingswerkzaamheden bepaalden zich tot de Noordelijke hellingen van den Boerangrang, den Tangkoeban Prahoe en den Boe- kit Toenggoel. Een deel van het in de Bonne-projectie bewerkte voor malige district Gandasoli wordt omgewerkt in de Polyeder-projectie, tevens wordt de schaal in overeenstemming gebracht met die, welke voor het overige deel der afdeeling wordt toegepast. Daar de afstand der horizontale snijdingsvlakken verband houdt met de schaal der kaart, moet natuurlijk ook de trancheteekening veranderd worden. Omtrent de topographische hermeting van Cheribon valt nog niet veel mede te deelen. Met Pekalongan vormt dit gewest het deel van Java's Noordkust, waarvan nog geen detailkaarten bestaan. Deze haast ondenkbare toestand zal echter over een vijftal jaren geheel anders zijn. Plaat NVI doet ons zien, dat de le en 3e Opnemingsbrigade nog lang niet klaar zijn met de opneming van Zuid-Sumatra. De 3e bri gade werkte uitsluitend op de schaal van 1 100 000 en kon daar door ruim 4800 vierk. K. M. binnenbrengen o. i. kon voor sommige streken de schaal nog kleiner worden, de Oostelijke kuststrook van Palembang, inzonder het terrein op de bladen 38, 39, 40, 49, 50, 51, 60, 61, 72, 73, 74, 86, 87, 100, 100bis en verder 115, 116, 117, 122 en 123 kan zonder bezwaar op 1 200 000 gekaarteerd worden de waar de van een blad met uitsluitend rawa-streepjes is toch al bedroevend gering. Van de rivieren kunnen zoo noodig kaarten op grooter schaal vervaardigd worden. Zooals het verslag ons leert is er voor een actief civiel bestuur in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 111