De Australiër.
[Febr. 1912.
leriepaard wordt. In het veld-escadron moet het jonge paard
op adem worden gebracht en leeren op een handige manier
door het terrein te gaan; dit laatste is bij een Australiër
al heel gemakkelijk, want beter terreinpaard van nature zal
er wel nergens zijn te vinden. Zelfs de jonge Australiër, die
nog nooit in het terrein is geweest, volgt gedwee het oudere
paard dat voorgaat. Het zou evenwel verkeerd zijn om te
zeggen, het paard gaat zoo willig door hot terrein, dat oefe
ning in deze niet noodig is. Met de willigheid alléén zijn
wij niet tevredenhet paard moet leeren door het terrein
te gaan met groot gemak en met zoo min mogelijk krachts-
verbruik en daarvoor is training noodig, vooral, daar het
Indische terrein zeer zwaar is.
De hoofdoorzaak van slijtage bij een paard is de houding;
deze is van grooter belang dan de hoeveelheid werk. Een
paard, dat in slechte houding loopt, verslijt zich als het
ware bij eiken pas, die het doet. Een paard in goede hou
ding kan men vrij veel werk laten doen; de slijtage ont
staat dan eigenlijk pas, als het dier te vermoeid wordt om
zijn houding te bewaren.
Vraag dus in de eerste plaats hoe loopt het paard en
daarna hoeveel loopt het dier. Een paard is geen kasplan
tje en voor een goede gezondheid is noodig, dat het beest
behoorlijk werk verricht; dat bevordert de eetlust en staalt
de spieren. Een paard is een vrij duur individu, ook hier in
Indie; een gezonde politiek brengt dus mede er zuinig mee
te zijn, maar zuinig in de goede richting, d.w.z. zorgen voor
een goede houding, niet noodeloos (dus in vredestijd nim
mer) over rolkeien draven of galoppeeren, zoomin mogelijk
hoogten op en af in versnelde tempo's, waar 't maar eenigs-
zins mogelijk is een zacht paadje uitzoeken voor het dier,
flink voer en gezond werken, vooral rustige tempo's, (bijv.
geen draf van 250 M. i/d minuut).
De soldatenrijderij is eenigszins anders dan de rijderij van
een willekeurig persoon, die voor zijn genoegen rijdt en zich
net zooveel of net zoo weinig met zijn paard kan bemoeien,
127