De gemengde brigade.
(Febr. 1912.
verplaatsen, slechts bij hooge uitzondering van meer dan
twee wegen, gewoonlijk echter slechts van één enkelen
marschweg, gebruik kunnen maken. Een zeer groot be
zwaar is dit trouwens niet, daar ons geheele veldleger op
het oogenblik in sterkte slechts weinig verschilt van eene
Divisie in Europa.
Zijn bij uitzondering meerdere marschwegen beschikbaar,
dan mag men blij zijn als er hieronder één is, die geschikt
is voor Yeld-artillerie. Bovenden ziet men als regel dat
bij belangrijke hindernissen, als eene breede rivier of een
diep ravijn, slechts de hoofdweg een voor voertuigen
bruikbare brug heeft, waarvan door alle colonnes gebruik
moet worden gemaakt, tengevolge waarvan de voordeelen
van het marcheeren in meerdere colonnes vrijwel illusoir
worden. Marcheeren nu twee of meer brigaden op één
marschweg, dan zal men voor de keuze staan, of het tactisch
verband in de gemengde brigaden te verbreken, of eene
marschorde aan te nemen, die belangrijk afwijkt van de
beginselen in den Leidraad Velddienst aangegeven. Men
denke hier o. a. aan de indeeling in de marschcolonne van
de Artillerie en Genietroepen en vooral van de Cavalerie.
Wenscht men per sé in meerdere colonnes te marcheeren,
dan zal er uit den aard der zaak een streven bestaan den
besten weg aan te wijzen aan de brigaden, waarbij Veldar
tillerie is ingedeeld. De Infanterie der brigaden met Berg-
artillerie zullen dus op die wijze voortdurend grooter vermoeie
nissen te verduren hebben, hetgeen natuurlijk niet gedurende
langen tijd is vol te houden.
Het gevecht.
In het algemeen kan men zeggen, dat een Infanterie-af-
deeling ten allen tijde dankbaar den steun van de andere
wapens zal kunnen gebruiken; de Veldartillerie stelt daarbij
echter eenige bijzondere eischen aan wegen en terrein. Bij
het gevecht in grooter verband dient de Algemeene Bevel
hebber zich de vraag te stellen icdcir de steun der hulpwapens
115