Het militair tarief no, 24. [Febr. 1912.
ade gratificatie bij aanstelling in den rang worden herzien
en in billijkheid vastgesteld;
b) de dagelijksche toelage eveneens worde herzien en meer
in overeenstemming worde gebracht met het werkelijk be-
noodigde;
cvoor het verblijf in een (veld) hospitaal een andere ge
ringeretoelage worde toegekend;
d) bij terugstelling in rang of degradatie van Landswege
niets te goed wordt gedaan dan alleen v. z. n. een kleeding-
kist met sleutel, een tirailleurfluit en een veldflesch (compleet)
met riem of schoen (zie 10 (14) tarief 24);
e) aan naar Europa terugkeerenden niet meer de waarde van
een mantel voor repatriëerenden worde uitbetaald 22
tarief 24).
2) Voor alle overige militairen op soldij:
a) bij in diensttreding verstrekking eener volledige eerste
uitrusting ten laste van den Lande; kan het zijn vollediger
dan nu door toevoeging van verschillende artikelen, waaraan
nu nog behoefte bestaat (slaapbroeken, kabaia 's, handdoeken,
zakdoeken, lepels, vorken enz.);
bverstrekking van eerste uitrusting ten laste van den Lande
maar slechts wanneer daarop voor de eerste maal recht
verkregen wordt van chevrons, sabelkwasten, onder
scheidingsteekenen, enz;
c) gedeeltelijke verstrekking van eerste uitrusting ten laste
van den Lande en ter suppletie, aan hen die door omstandig
heden, onafhankelijk van henzelven, naar een ander Wapen
of een anderen Dienst overgaan;
d) zoodanige suppletoire verstrekking dat hun kleeding en
uitrusting met een nieuwe eerste uitrusting gelijk te stellen
is, aan uit Nederland of van elders buiten Nederlandsch-
Indië aangekomen militairen, definitief behoorende tot de
categorie soldij genietenden, zoomede aan Afrikaansche,
Amboineesche en Inlandsche pupillen, die bij het Leger wor
den ingedeeld;
151