Febr. 1912.]
Forthonden.
Alle noodige gereedschappen (overigens eenvoudig en goed
koop) voor de dressuur moeten worden aangeschaft. De hon
den moeten voortdurend onder geneeskundig toezicht staan.
't Zal een Hinken tijd duren eer de machine geheel op droef
is, maar dan zullen de goede resultaten ook niet uitblijven.
En mocht het eens gelukken door het goede voorbeeld in In-
dië een werkelijk georganiseerde hondensport in 't leven te
roepen, dan zouden we spoedig even ver zijn als in Europa.
Want meer dan daar is bij particulieren het geld een gemak
kelijk te overwinnen bezwaar, als er iets tot stand moet wor
den gebracht.
Hier wil ik ook de vraag behandelen, of uit Europa ook
afgerichte honden moeten worden geïmporteerd.
Naar mijn meening in 't algemeen „neen". Kon men mèt
den hond ook den baas laten uitkomen, dan zou ik zeggen:
„ja", maar dat is op den duur natuurlijk onmogelijk. En is
't al mogelijk dat men een gedresseerden hond van den baas
geheel „overneemt", bijna onmogelijk is 't zulk een hond zon
der persoonlijke aanwijzingen zelf in gebruik te nemen.
Er zou echter veel voor te zeggen zijn, indien men perso
neel, bestemd voor de africhting in Indië, liet uitkomen met
eenige zelf afgerichte, of althans een flinken tijd zelf gebruik
te honden. Men had dan een begin. De honden zouden kun
nen dienen bij het onderwijs, en tevens om autoriteiten en
publiek aanschouwelijk te maken, hoe men met politiehonden
werkt en wat zij presteeren kunnen.
Op den duur zal men zich Diet uitsluitend behoeven te be
perken tot de centrale kennel en de fortwachters. Het
particulier initiatief zal ook eindelijk wel eens wat opleve
ren, terwijl verschillende militairen zich voor de africhting
zullen gaan interesseeren, w. o. in de eerste plaats officieren.
En dan, welk een gewilde gast is de hond niet bij den min
deren militair! Zou deze onder goede leiding niet iets beters
kunnen doen dan den tangsigladakker vetmesten? Mij dunkt
van wel, doch men zou hem tegemoet moeten komen. Zoo
zou bv. een eenvoudige kennel in de kampementen kunnen
158