Forthonden. [Febr. 1912. worden gebouwd, zoodanig gelegen, dat de kampements- wacht een oog er op kan houden, zoodat de eigenaar van den hond de zekerheid heeft, dat geen ander zich met het dier bemoeit. Bij aanschaffing van hond en gereedschap wa re hem hu p te verleenen, evenals bij de africhting. Het gou vernement zou hem tegen geringen prijs honden kunnen af staan, vrije veeartsenijkundige behandeling geven. Concour sen voor den minderen militair konden worden georganiseerd. Goed aangepakt, geloof ik wel dat hiervan iets te verwach ten zou zijn. Waar ik mij de organisatie op zoo hechten grondslag en uitgebreide schaal voorstel, behoef ik niet te zeggen, dat het beheer van het instituut forthonden niet kan worden uitgeoefend met den geliefden indischen breeke- been: het bijbaantje. Wie werkelijk op dat gebied iets wil presteeren en tevens ander druk werk heeft, wordt eenvoudig afgebeuld. Thans wensch ik nog eenige punten kort te berde te brengen. 9. Reuen of teven? De algemeene sympathiën, daaronder de mijne, gaan naar teven. Beide geslachten hebben hun voor- en nadeelen, waar voor ik verwijs naar de literatuur. Yoor Indië speciaal gel den in hoofdzaak de volgende motieven. Het wemelt er van gladakkers; er zijn bijna altijd eenige kampongschoonen in de nabijheid, die in conditie verkeeren, zoodat reuen sterk aan verleiding blootstaan. Weliswaar kan hunne natuurlijke neiging door goede dressuur eenigszins bedwongen worden, maar zoolang zij nog in dressuur zijn en buiten dienst, zou men er vele moeielijkheden van kunnen ondervinden. Het is zeer in het voordeel van het karakter van den hond, wanneer hem in huis een zekere mate van vrijheid kan wor den gegund, doch bij reuen zal daarvan weinig sprake kunnen zijn, omdat onder geen voorwaarde vagabondeeren mag wor den toegestaan. 159

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 49