De gemengde brigade. Febr. 1912. het meest noodig is, want daar toch zal de inzet er van het meeste nut afwerpen en de kansen voor een gunstigen uit slag van den strijd verhoogen. Zoo zal bij het aanvallend gevecht het gros der Artillerie zoodanig opgesteld moeten worden, dat de hoofdaanval zoo krachtig mogelijk kan wor den ondersteund. Bij eene omvatting behoeft lang niet altijd een gedeelte der Artillerie bij de omvattende groep te worden ingedeeld. Gegeven toch de geringe frontbreedte van slechts enkele K. M., welke ons veldleger in het gevecht zal innemen, zal gewoonlijk een opstelling van de hoofdmacht onzer Artil lerie tusschen frontale eD omvattende groep voldoende waar borgen geven, dat het hoofdaanvalspunt krachtig onder vuur kan worden genomen, tenzij de bedektheid van het terrein tot splitsing noopt. Gaat een aanval in front gepaard met eene omtrekking, dan zal elk der gevechtsgroepen hare eigen Artillerie moeten hebben. Het is echter zeer goed denkbaar, dat het terrein aan het gebruik van Veldartillerie bij een der groepen ern stige bezwaren in den weg zal leggen, zoo niet geheel onmo gelijk maken. Bovendien leidt een dergelijke manoeuvre tot splitsing der eigen strijdkrachten met alle daaraan verbonden nadeelen en zal dus geen regel, doch uitzondering zijn. Sluit een gedeelte van het aanvalsterrein het gebruik van Veld Artillerie uit, dan zou men of daar alleen eene gemeng de brigade met Berg Artillerie kunnen gebruiken, öf aan een brigade hare Veld Artillerie moeten ontnemen en deze ver vangen door de Berg Artillerie van eene andere brigade. Bij de verdeeling van de Genietroepen over de gevechts groepen zal men in de eerste plaats rekening dienen te houden met het terrein, teneinde ook hier weer na te gaan waar hunne diensten het meest noodig zijn. Het gros der ruiterij zal gewoonlijk op den tactischen vleugel vereenigd worden om zoo spoedig mogelijk iedere gelegenheid, om in het gevecht in te grijpen, te kunnen benutten. Voor mitrailleurs geldt weer hetzelfde: iedere Infanterie- afdeeling zal gaarne haar steun aanvaarden, maar ook hier 116

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 4