Van Alles Wat. C. Dekking nan eene eneniueele concentratie non het japansche Leger in mantsjoerije. [Febr. 1912. 21ste Brigade Infanterie. Staf te Tiehling. 42ste Regiment Infanterie te Mukden. 71ste Regiment Infanterie te Tiehling. 5de Regiment Cavalerie te Kungschuling en te Mukden. 5de Regiment Vesting-Artillerie te Sanshilipu. 5de Brigade Genie te Port-Arthur. Bovendien zware artillerie voor de versterkingen van Port-Arthur. De spoorwegbewakingstroepen zijn geëchelonneerd langs den spoorweg vijf zijn belast met de bewaking van de lijn Dalny-Changchun en hare zijtakken, en één bewaakt de lijn Antung Mukden. De legering der troepen houdt klaarblijkelijk verband met den wensch, om in tijd van nood het belangrijke kruispunt Mukden te dekken. De Japanners zijn er niet tevreden mede, dat de spoorweg eene zeer snelle concentratie voorwaarts waarborgt; zij hebben reeds in vredestijd hunne troepen vooruitgeschoven tot Tiehling, waar een regiment Infanterie, en tot Kungchuling, waar eenige Cavalerie aanwezig is. Bovendien bewijst de aanwezigheid van een brigadestaf alhier, dat men hier eene brigade wil samentrekken, hetgeen door den korten afstand Mukden Tiehling gemakkelijk wordt gemaakt. Hoe men zich, in geval van oorlog tegen Rusland, het optreden van de in Mantsjoerije en in Korea aanwezige Japansche troepen den ken kan, wordt onder C. uiteengezet. Wanneer Japan, in geval van oorlog met. Rusland, zijne strijd krachten in Mantsjoerije wil concentreeren, dan komt het vóór alles er op aan te zorgen, dat Mukden en omstreken, als het snijpunt van de beide, door Korea en Kwantung voerende operatielijnen, de aange wezen concentratieruimte, tegen vijandelijke ondernemingen wordt beschermd- Uit den aard der zaak is deze taak weggelegd voor de op het vasteland aanwezise troepen, welke zich dus, zoo spoedig mogelijk, tusschen Mukden en Changchun hebben op te stellen. De hiervoor noo- dige voorwaartsche beweging wordt tegen het Koorden gedekt door de troepen, welke reeds in vredestijd te Mukden en ten Noorden daarvan gelegerd zijn en waarvan men de sterkte, blijkens het onder B mede gedeelde. op eene brigade Infanterie en een regiment Cavalerie kan stellen, ongerekend nog het 1ste en het 2de spoorwegbewakingsbatal- jon, welke onderscheidenlijk met de bewaking van de stroken Chang chunKuochiatien en KuochiatienHsitaitsu zijn belast. Men kan vei lig aannemen, dat deze troepen één dag na het uitgeven van de noodige bevelen hunne opstellingsplaatsen, welke natuurlijk reeds in vredestijd verkend moeten zijn, hebben ingenomen. Onder dekking van deze afdeelingen worden de in het Zuiden gelegerde troepen Noordwaarts verplaatst, waartoe het gewone verkeer gestaakt wordt. Na achterlating van veiligheidsbezettingen te Port-Arthur, te 181

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 71