Van Alles Wat. [Febr. 1912. woonachtig Engelschtnan zouden er echter 2 regimenten zijn, terwijl, volgens een Amerikaansch officier, die eenigen tijd te Harbin ver toefd had. ongeveer 26000 man in deze plaats liggen. Bovendien ont wikkelt Rusland in den laatsten tijd langs de grenzen van Mantsjoe- rije eene groote militaire bedrijvigheid, zonder dat het aantal troe pen aldaar met juistheid bepaald kan worden. In elk geval zijn 18 a 20 bataljons Infanterie, 2 regimenten Ca valerie en 2 regimenten Veldartillerie in staat, om na nauwgezette vredesvooibereiding gedurende langen tijd aan een groote over macht het hoofd te bieden. De uit Japan volgende hoofdmacht kan ondertusschen in alle rust ontschepen, om per spoor verder vervoerd te worden; landingsoperatiën, welke op eene vreemde kust altijd ge vaarlijk zijn en welke in den jongsten oorlog wegens de kustgesteld- heid met bijzondere moeilijkheid gepaard gingen, blijven den Japanners zoodoende bespaard en zij vinden na hunne landing alles wat zij noodig hebben, om de krijgsverrichtingen te beginnen en door te zetten (1). Uit het bovenstaande zal verder zijn gebleken, dat de ontworpen spoorlijn van Korea naar Kirin na hare voltooiing voor de concen tratie van geen nut kan zijn, daar zij betrekkelijk dicht langs de Russische grens voert en uitkomt op de grens tusschen de Japan- sche en de Russische spoorwegzones (2). Eerst in eene latere periode van den oorlog zal zij van veel belang blijken te zijn. Ook ingeval van eene botsing met China zal de Zuid-MaDtsjoerijsche spoorweg groote diensten bewijzen, tengevolge van hare aansluiting bij Mukden en bij Newchang Yingkou aan den Noord-Chineeschen spoorweg. Uit den aard der zaak zal Japan zijne troepen bij voorkeur over zee naar Tientsien vervoeren, om vandaar naar Peking op te rukken. Echter kan de Pei ho alleen door kleine schepen binnengevaren worden: de Taku bank voor de monding, welke slechts bij hoog water door schepen met weinig diepgang gepasseerd kan worden, dwingt grootere schepen te ankeren op ongeveer 8 zeemijlen uit den wal, zoodat ontscheping van goederen en personen door middel van kleinere vaartuigen moet geschieden. Bovendien is zelfs dit gedurende den winter (d. i. v/m December t/m Februari) onmogelijk, omdat dan het vaarwater dichtgevroren is; in dien tijd van het jaar ankeren de schepen voor Ching wang tao, waar de gelegenheid tot ontscheping ook al niet schitterend is. Het is derhalve denkbaar, dat Japan zijne troepen al naar gelang van het jaargetijde aan de Pei ho of te Ching wang tao ontscheept, daarbij de verbindingen nemende langs de spoorlijn Korea Antung of Kwantung Newchang Koupangtzu Tientsin. (1) Om een voorbeeld te noemen: de Zuid-Mantjoerijsche lijn beeft te Dal- ny, te Mukden, te Changchun en te Fushun groote hospitalen »voor haar personeel" gebouwd, welke in oorlogstijd goede diensten bewijzen zullen. (2) De zg. Oost-Chineesche spoorweg tusschen Chanchun en Harbin is feite lijk een Russische lijn, daar bijna alle aandeelen in handen van Rusland zijn. 183

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 73