Maart 1912.] Het tactisch gebruik van Mitrailleurs.
De zichtbaarheid zal, bij een juiste keuze van de kleur en
een onregelmatigen vorm van het schild, niet noemenswaard
worden vergroot (volgens de Ned. Ind. Commissie van proef
neming zelfs verkleind 2), terwijl het gewicht van 10K.G.
voor een z. g. half- en van 18 K. G. voor een heel schild,
bij de huidige wijzen van vervoer geen overwegend bezwaar
kan opleveren.
Wel zullen zich (vooral bij den aanval) gevallen voordoen,
dat het herhaaldelijk van stelling-verwisselen het medevoeren
van een schild ongewenscht maakt; welnu, men late het dan
achter, doch zeer zeker zijn niet minder gevallen denkbaar,
dat het schild een zeer welkome dekking biedt, zonder ook
slechts in het minst den mitrailleur in het vervullen van zijn
taak te hinderen.
De aan de bediening van het nieuwe wapen te stellen mo-
reele eischen zijn bovendien zóó hoog, dat elke gelegenheid
dient te worden aangegrepen, om haar de uitoefening van hare
moeilijke taak te verlichten, terwijl niet uit het oog moet
worden verloren, dat het verlies van richter en hulprichter
ongeveer gelijk is te stellen met eene vermindering van de vuur
kracht met 75 geweren.
Een vervoer op rad-affuiten (zooals b. v. in Frankrijk en
Engeland), waarbij vanaf de affuit gevuurd wordt, heeft naast
de reeds sub b genoemde bezwaren het nadeel van groote
zichtbaarheid.
Het bezwaar, verbonden aan den goed waarneembaren ont-
238
Bij in Oostenrijk gehouden proeven, werd een mitrailleurdoel door 126
kogels getroffen hiervan waren er 10 in de figuren, 39 op de patroonkast
en 77 op het schild; de schutter, die slechts een streep van aangezicht en
horst vertoonde, was niet getroffen. 1).
Japan geeft der bediening zandzakken mede, welke achter de stelling ge
vuld wordn; eRusland volgde in 1906 dit voorbeeld na, doch voerde in
1910 schilden in. In Nederland wordt een schild medegevoerd bestaande
uit 3 deelen (bovenschild op achterwagen, 2 zijschilden vormende de ach
terdeuren van het voertuig
1) Sehieszversuehe der K. u. K. Armeeschieszscliule seit dem Jahre 1905.
2) Extra-bijlage No. 9 I. M. T. blz. 78.