Bei tactisch gebruik uan
Mitrailleurs.
Inleiding.
Het streven om de vuursoelheid van de verschillende
oorlogswapenen zoo hoog mogelijk op te voeren, gaf reeds
in de laatste jaren der XlVe eeuw het aanzien aan de z. g.
„schietorgels".
Hoewel aanvankelijk practisch onbruikbaar, werden de ver
schillende systemen technisch verbeterd en kon reeds gedu
rende den Amerikaanschen Secessie-oorlog een vruchtbaar
gebruik van de toenmalige „revolver-kanonnen" worden ge
maakt.
Het groote gewicht, de ingewikkelde constructie en de
enorme afmetingen maakten echter een algemeen gebruik
van deze wapenen in den veld-oorlog onmogelijk, zoodat zij
aanvankelijk in forten, versterkingen en op schepen werden
opgesteld ten behoeve van de nabij-verdediging.
Eene poging door de Franschen in 1870 aangewend om hun
ne bruikbaarheid te velde te bewijzen, leed jammerlijk schip
breuk en al was dit échec ook voornamelijk te wijten aan
het verkeerde tactisch gebruik, dat van de mitrailleurs (canon
a balles) werd gemaakt, het vertrouwen in eene groote toe
komst voor het nieuwe wapeu had danig geleden.
De goede diensten door de mitrailleurs bewezen in den
Spaansch-Amerikaanschen oorlog (Santiago-de-Cuba; afdeeling
van den luitenant Parker), den Transvaal-oorlog en den veld
tocht tegen de Herero's vestigden echter weder de aandacht
op dit wapen en zoo werden in enkele Europeesche legers
mitrailleur-afdeelingen opgericht, waarbij Zwitserland in 1898
het voorbeeld gaf. Duitschland volgde in de jaren 1902-1905,
doch de overige staten vergenoegden zich voorshands met het
houden van proefnemingen.
229
I. M. T. 1912. la.