Het tactisch gebruik van Mitrailleurs. [Maart 1912. factor „verrassivg" bij de vuuropening sterk op den voorgrond kan treden. Is de Cavalerie tot het gevecht te voet afgezeten, dan is het gebruik van deze mitrailleursoort gelijk aan dat van de Infanterie-mitrailleurs. Aangezien meestentijds de frontbreedte van aanvallende afgezeten Cavalerie kleiner zal zijn, dan zulks bij Infanterie afdeelingen het geval is, zoo zal de mogelijkheid om een gun stige stelling op de flanken in te nemen, zonder de eigen troepen in hun voorwaartsche beweging te hinderen, als regel zeer groot zijn. Is de uittevoeren opdracht van dien aard, dat de Cavalerie commandant besluit slechts een deel der ruiters tot het ge vecht te voet te doen afzitten, teneinde met de overige man schappen te paard elders aanvallend op te treden, dan zal de toevoeging van enkele mitrailleurs aan de eerste groep den Commandant in staat stellen met een zoo groot mogelijk aantal ruiters ten aanval te rijden. Bij het gevecht te paard moeten de mitrailleurs, met het oog op het snelle verloop van het ruitergevecht, zorgen tijdig in stelling te zijn, teneinde van den aanvang af hun steun te kunnen verleenen. Het verdient daarom aanbeveling de mitrailleurs vooraan in de colonne in te deelen, zoodat zij in stelling kunnen komen zonder de Cavalerie ook slechts in het minst in haar bewegingen te hinderen. Aangezien eene stelling voor- en uitwaarts van de aanvallende Cavalerie de meeste voordeelen biedt (ontwik keling en aanval steunen; tot onmiddellijk vóór het samen treffen doorvuren; tegen een aanval op de flank waken), moet hiernaar worden gestreefd, terwijl met het oog op de eigen veiligheid, eene opstelling achter een hindernis, aanbeveling verdient. Het behoeft echter geen betoog, dat in de meeste gevallen de beschikbare tijd tot het zoeken van eene, aan alle eischen voldoende, opstellingsplaats zal ontbreken en veelal zal moeten worden volstaan met eene stelling, welke het steunen van 251

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 23