Antwoord a/d majoor der inf. A. J. Gooszen. [Maart 1912. van het stuk op te voeren tot boven het practisch te stellen maximum, (om de Yo te vergrooten.) Wij kunnen den majoor G. verzekeren, dat er in de Artil lerie nog wel meer vraagstukken zijn, die berekendandere (juiste) uitkomsten geven, dan men, zoo oppervlakkig be schouwd, zou zeggen. Op blz. 41 worden wij ervan beschuldigd een gebied betre den te hebben „dat reeds in 1903 door den pennestrijd der „Generaals von Reichenau en von Alten werd geklaard en „beslist ten gunste van het grootere kaliber en een GK. met „groote uitwerking." Wij kunnen den majoor G. hierop verklaren, dat onze verdedi ging van het 6.5 cM. geschut, hoegenaamd niets te maken heeft met den pennestrijd van de generaals von Reichenau en von Alten. Voor degenen, die zulks nog niet weten, zij hier vermeld, dat de kwestie toen ter tijd ging over het voorstel van den Generaal von Reichenau, de Veld-Artillerie te bewapenen, wel is waar met een klein kaliber geschut nl. 5 cM. doch uitsluitend granaten vervurende. De Generaal von Alten was hier tegen en eischte ook een granaatkartets. Voldoende is daarna aangetoond, dat de granaatkartets niet gemist kon worden en daarmede verviel vanzelf het granaat kanon van den generaal von Reichenau. (Dit kanon kon boven dien geen granaatkartets hebben, omdat als minimum grens voor een dergelijk projectiel de techniek een kaliber van 6 cM. eischt.) Het ging hier dus om de kwestie van een granaaik&nem en een kanon tevens granaatkartetsen vervurende. Wij verdedigden het 6.5 cM. bergkanon op grond van den eisch voldoende beweegbaarheid naast maximun uitwer king, een eisch waaraan alle mobiele Artillerie moet voldoen, en toonden aan, dat het 6.5 cM. bergkanon in beweegbaar heid bovenaan stond, terwijl de te verwachten uitwerking die van het 7.5 cM. ondeelbaar geschut verre overtrof en slechts weinig achterstond bij het 7.5 cM. deelbaar kanoD, terwijl dit laatste o. i. door onvoldoende beweegbaarheid voor onze bergartillerie niet in aanmerking kan komen. 269

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 41