Maart 1912]. Het tactisch gebruik van Mitrailleurs.
Heeft dus de R.-J. oorlog de invoering van mitrailleursin
grooten getale ten gevolge gehad, bovendien is door dien
oorlog het inzicht omtrent hun tactisch gebruik aanzienlijk
gewijzigd.
Algemeen facfiscfi gebruik.
De kenmerkende eigenschappen van een wapen bepalen
zijn algemeen tactisch gebruik. Houdt men hiermede geen
rekening, zoo zullen de resultaten niet aan de verwachtingen
beantwoorden. Dit ondervonden o. a. de Franschen in den
oorlog van '70 door de mitrailleurs naast en als artillerie te
gebruiken.
De mitrailleur nu kenmerkt zich door:
a. het afgeven van een zeer snel infanterie-vuur met ge
ringe spreidingen,
b. een gering gewicht en
c. kleine afmetingen.
Ad a. Als gemiddelde vuursnelheid kan 400 schoten per
minuut worden aangenomen
De lichtere, geweervormige mitrailleurs als Madsen, Odkolek,
mitrailleuse portative Hotchkiss, e. a., hebben een gemiddelde
vuursnelheid van 250 schoten per minuut.
232
Do patronen worden in banden (b. v. bij Maxim en Schwarzlose) van
200 a 250 stuks, of wel in metalen houders (o. a. Perino en Hotchkiss) van
25 stuks aan den mitrailleur toegevoerd. Het aaneenschakelen der patroon
banden of het automatisch elkaar opvolgen der houders maakt een onafge
broken vuur mogelijk, zoodat hiermede aan den gestelden eisch van pl. m. i
minuten snelvuur is voldaan.
Toch zal slechts zelden van deze eigenschap gebruik worden gemaakt,
aangezien tot sparing van het materiaal en ter voorkoming van eene snelle
verdamping van het koelwater een dergelijk voortgezet vuur niet is aan te
bevelen. Het feit, dat een zelfstandig optreden van één enkele mitrailleur
wel tot de hooge zeldzaamheden 'zal belmoren, maakt bovendien eene der
gelijke opvoering van de vuursnelheid onnoodig.
Als vuursoorten onderscheidt men: »het lagenvuur" 2) en het uitiverkings-
vuur. (Zwitserland: »Lagenfeuer" en »Schnellfeuer"Duitschland: »Reihen-
feuer" en «Dauerfeuer"Oostenrijk: »Salve" en «Einzelfeuer"). De eerste
1) Bij de Skoda-mitrailleur kan de vuursnelheid naar verkiezing worden
geregeld.
2) In Zwitserland 20 a 30; in Duitschland pl. mi 25in Oostenrijk pl. m. 50
en in Nederland 25 patronen.