Naschrift.
[Maart 1912.
dekkingen, struikgewas); daarvoor is een verlengstuk noodig.
Het Indisch Leger staat hierin geenszins alleen; Oostenrijk
heeft den zelfden stok.
Het seinen met flambouwen wat voor den troep wel tot
de uitzonderingen zal behooren is waarschijnlijk volledig
heidshalve opgenomen en overgenomen uit de Instructie voor
de Telegraafafdeeling van het Korps Genietroepen.
Ook kan niet worden toegegeven, dat de door S. aangege
ven andere methode van seinen beter is. Hij zegt, dat het
weer terugbrengen van de vlag dan gemakkelijker is, maar
daar staat tegenover, dat het slaan van de streep zelf ietwat
moeilijker is. De in de handleiding aangegeven seinmethode
werd door eene commissie practisch beproefd.
De dubbele slag voor „woord uit" is, vergeleken met de
andere teekens, zoo duidelijk, dat voor vergissingen niet be
hoeft te worden gevreesd. Ook in de Instructie der Tele
graafafdeeling komt hij sinds jaar en dag voor. Waarom dit
teeken dus te wijzigen?
Een komma komt in telegrammen nagenoeg nooit voor.
Tot beperking van het aantal teekens kan de komma daar
om gevoegelijk worden weggelaten.
De vergelijking, welke S. ad 38 maakt met de electrische
telegrafie, is wel wat gezocht. Optisch seinen in het Leger
is toch heel iets anders dan het seinen van den Gouverne
mentstelegraafdienst, al beoogen beide ook het snel overbren
gen van berichten.
Bij den troep wordt gewoonlijk geseind door een beperkt
aantal posten, die eikaars opstelling precies of ongeveer ken
nen en berichten van elkaar verwachten. Het eenvoudige
oproepteeken reeds 25 jaar geleden door Kolonel
Heibert in het Indisch Leger ingevoerd en altijd met succes
toegepast, lijkt ons dus veel verkieslijker dan het oproepen
met stationsnamen. Bovendien ontbreekt dikwijls de gele
genheid eerst stationsnamen vast te stellen.
De volgorde van overseining 39), als door S. gewenscht,
is inderdaad iets logischer; die van de Handleiding heeft het
295