Maart 1912.] Het tactisch gebruik van Mitrailleurs.
Aangezien de mitrailleur dezelfde munitie verbruikt als de
Infanterie en ook de schootsverheid met die van geweervuur
overeenkomt, is het ten eenenmaie uitgesloten, dat mitrail
leurs het Artillerie-vuur kunnen vervangen.
Komt in vele opzichten het enkele Infanterie-schot met het
enkele mitrailleur-schot overeen, dank zij de stabiliteit van het
wapen en de ongevoeligheid voor psychische invloeden is, bij
voortgezet vuur, de spreiding aanmerkelijk geringer.
De gevolgen van deze geringe spreiding zijn:
lo. een zeer groote trefkans, indien de ligging van het
doel nauwkeurig bekend is,
2o. een sterke vermindering daarvan bij onbekendheid met
den juisten afstand, en
3o. een lokale werking, waardoor bij bevuren van groote
doelen een kunstmatige vergrooting van de spreiding noodig
wordt. (Spreiden).
Hieruit volgt, dat een eerste vereischte voor voldoende vuuruit-
werking is: eene zeer nauwkeurige bepaling van den afstand 1).
234
In Oostenrijk gehouden proeven toonden aan, dat de diepte van den bun
del ongeveer gelijk gesteld kan worden met 1 4 van de dieptespreiding door
een vurende Infanterie-afdeeling verkregen en bedroeg 112 M. op de kleine-,
75 M. op de middelbare- en 37, 5 M. op de groote afstanden, hetgeen vrijviel
overeenkomt met de (met dezelfde mitrailleur-soort) in Nederland ver
kregen uitkomsten van 40 M. op een afstand van 1200 M. en van 30 M. op
een afstand van 1500 M.
Ook de breedtespreiding is bij benadering gelijk te stellen aau '2 van
die eener vurende Infanterie afdeeling.
Dat, bij nauwkeurig bekende ligging van het doel, de trefzekerheid zeer
groot is, blijkt uit de volgende cijfers: Op 1000 M. werd door den Duit-
schen mitrailleur een schijf van 1 M. hoogte bevuurd, waarbij 63 pCt.
treffers werd verkregen. Op 500 M. was het treffer-procent 96. Verschilt
de ware afstand slechts 50 M. van de gekozen vizierstelling, dan worden
de treffer-procenten 0, respectievelijk 18.
Het spreiden kan zoowel in de breedte (breed spreiden) als in de diepte
(diep spreiden) geschieden. De grootte van den spreidingshoek hangt af
van de wijze van affuiteering en van de aanslaghoogte. Zij bedraagt b.v.
voor de Schwarzlose op drievoet-affuit bij de grootste aanslaghoogte (60
cM,)18o voor de breedtespreiding en 37o voor de dieptespreiding. Bij den
zelfden mitrailleur worden deze hoeken 40o en 4o wanneer de kleinste aan
slaghoogte (25 cM.) wordt gebezigd.
1) Goede afstandmeters zijn voor den mitrailleur onontbeerlijk.