Naschrift. [Maart 1912. dienst moet dan lijdelijk gehoorzamen, dus c. q. een onder handen telegram direct onderbreken om het andere te laten voorgaan, hoe onaangenaam dat elkaar in de rede vallen ook moge worden opgenomen. Het spreekt vanzelf, dat zoo'n bericht al dadelijk van de aanwijzing „dringend" of „zeer dringend" wordt voorzien en dat de seiners elkaar niet voor elk binnenkomend bericht in de rede gaan vallen. Zij zou den daardoor zichzelf hun taak onmogelijk maken. Het seinen met contra - sein wil S. ter verkorting vervan gen door collationnement, d. i. het herhalen van het tele gram na afloop. Maar als in dat collationnement nu eene afwijking van het bericht voorkomt? Dan komt die verkor ting maar heel weinig tot haar recht. De door S. gestelde vraag, of de aanwijzingen av, lg, sg, enz. voor een woord tellen, begrijpen wij niet. Die aanwij zingen vormen elk voor zich of gecombineerd als 't ware een telegram, maar in een bericht mogen zij natuurlijk niet worden ingevlochten; zij behoeven dus nooit als woord te tellen. Gaat het opnemen b. v. moeilijk en denkt men hierin ver betering te brengen door het seingevend station iets naar links te laten gaan, dan seint men: wachtteeken-vl. De seingever gaat dan naar links en begint opnieuw. J. Graaff. Kapt. der Genie. 297

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 71