Maart 1912.] Caveant Consules!
Maarlang duurt het voor deze periode aanbreekt, dik
wijls zeer lang; de gewesten, die in dat stadium verkeeren,
zijn te tellen overhaasting in deze is nog immer op schade
voor ons uitgeloopen.
„Edoch, de Hollander is hardleersch, en verbluft hooren
wij hem reeds nu weer „dreinen" om burgerlijk bestuur op
Atjeh
Verbluft zien wij hem zich gereed maken, om de sinds
gisteren onderworpen Buitenbezittingen te gaan besturen
met ambtenaren, gesteund door niet minder dan 8000 gewa
pende pclitie-dienaren
Hij beseft nog steeds niet, dat met eene uitbreiding van het
Leger, met minder dan de helft van dat aantal, Neerlands
zaak oneindig beter en met minder kosten zou zijn gediend.
O ja, de politieoppasser was onbetrouwbaar, ongediscipli
neerd enz., maar hij zal nu korpsen gewapende politie-diena-
ren oprichten, geschoeid op militaire leest
Maar hij beseft niet, dat hoe bedriegelijk dat korps den
militair ook tracht na te bootsen, de kiem van verval reeds bij
de geboorte in den boezem daarvan zal aanwezig zijn, omdat
het nabootsing geen werkelijkheid, geeft; omdat de gewapende
politie niet onderworpen is aan het onverbiddelijke, centra-
liseerende gezag van de Krijgswet, niet is een rad in het groote
mechanisme van het Leger
Hij beseft niet, dat indien de toestand in een landstreek nog
zoodanig is, dat gewapenden noodig zijn om ontzag in te boe
zemen, dat dan geen burger op die post behoort
Hij beseft niet, dat (allerminst in koloniën), de uitoefening
van politie aan geen anderen kan worden toevertrouwd dan
aan militairen, omdat alleen deze, volkomen onafhankelijk
zijn van publiek of bevolking.
Genoeg, plicht is te waarschuwen, al zou het ook vruchte
loos zijn. De ambtenaar zal zijn „petite armee a lui" hebben en
Lieb Vaterland magst ruhig sein
Een oud Civiel Gezaghebber
302