Economische befeekenis Dan hef Panama-kanaal. Reorganisafie oan den neferinairen dienst bij het nederlandsche Leger. Maart 1912.] Van Alles Wat. We zeggen wel, wie goed schiet overwint, maar die uitdrukking is niet geheel juist. Zij moet luiden: Wie beter schiet dan zijn tegen stander blijft overwinnaar. Het gevechtsveld geeft ons slechts kleine, nauwelijks zichtbare doe len te aanschouwen. Daarom moeten we al het mogelijke aanwenden, om het vuur tot zijn hoogsten graad van nauwkeurigheid op te voeren! Is het daarom, zoo vraagt S., nog noodig de voordeelen van een geweersteun op te noemen Volgens berichten in de Fransche bladen is aldaar aan de „Ecole normale de tir" een geweersteun in beproeving, welke in 't klein, overeenkomst vertoont met een mitrailleurdrievoet. Moeten wij, zoo vraagt H. M. aan het slot, weer achteraan komen, om dan later beschuldigd te worden van naaperij. In het Japansche Huis van Afgevaardigden stelde Mr. Moriija de vraag, welke de invloed van de opening van het Panama-kanaal op den Japanschen handel zou zijn. Baron Makino, minister van handel en landbouw, deze vraag beant woordende, deelde mede, dat dit onderwerp de volle aandacht der Regeering had. Vergeleken met de reis door het Suez-kanaal zou de afstand Yokohama New-York met 3000 mijlen verminderen, in ver band waarmede de vrachtprijzen met ongeveer 50 zullen kunnen dalen. Naar Amerika worden voornamelijk uitgegevoerd: ruwe zijde, thee en zijden stoffen, terwijl omgekeerd ruw katoen uit Amerika wordt ingevoerd. Voorts werd gerekend, dat vele voor de Oost-Aziatische havecs bestemde schepen Japansche havens zouden aandoen, terwijl mede het vreemdelingen bezoek vermoedelijk zou toenemen. The Japan Chronicle 1 Febr. Ten vervolge op onze mededeeling op bladz 186 van de vorige aflevering betreffende een zelfstandigen veterinairen dienst bij het Nederlandsche leger, maken wij melding van het volgende bericht in de Nieuwe Botterdamsche Courant van 24 Januari j. 1. „Naar wij vernemen ligt het in het voornemen van den minister van „oorlog de positie van de paardenartsen van het leger te verbeteren, door „aan den veterinairen dienst een zelfstandigen inspecteur te geven met „den rang van kolonel en hem een paardenarts der 1ste of 2de klasse „toe te voegen. Zooals men weet, is de chef van den veterinairen „dienst thans de inspecteur van den geneeskundigen dienst der land macht en is de hoogste rang, welken men als paardenarts kan be- „halen, die van luitenant-kolonel, toegevoegd aan dien inspecteur". 314

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 88