Oüerzicht ucm eenige Tijdschriften,
32 i
Mavors 1912 No. 1.
Zooals den lezers van het I. M. T. reeds in de laatste aflevering
van het afgeloopen jaar werd medegedeeld, zou aanvangende 1 Janu
ari 1912, Mavors met ±16 blzn. druks worden uitgebreid, te wijden
aan overzichten van militaire tijdschriften, boekbespreking e. d.
In deze aflevering is met die uitbreiding een begin gemaakt, waar
bij echter door de redactie wordt aangeteekend, dat het thans versche
nen nummer van die uitbreiding nog niet het juiste beeld geeft.
Als eerste artikel valt te vermelden „De nieuwe militiewet" door
den Majoor van den Gen. Staf Jhr. G. A. A. Alting von Geusau. S.
begint met een schets van het gesukkel met het Nederlandsche „leger-
karretje" in de laatste jaren, waarop thans een vreemde voerman
heeft plaats genomen, die het karretje, naar men hoopt, weer in het
goede spoor zal brengen.
Na een beknopt, maar volledig, overzicht van de thans aangenomen
militiewet, worden in een 12-tal punten de daarmede verkregen ver
beteringen opgesomd.
„Nu is het tijd om te ontwaken uit den toestand van moedeloosheid
en apathie, het is tijd om door groote toewijding, door liefde voor
den schoonen krijgsmansstand en door buitengewonen ijver goed te
maken, wat in de laatste 10 jaren is bedorven."
Aldus luidt de laatste zinsnede.
In het artikel „Oefeningen in het duister" van den luitenant der
Infanterie H. C. Keppel Hesselink, wordt gewezen op de noodzake
lijkheid, om de opleiding van den troep tot het verrichten van nachte
lijke handelingen op stelselmatige wijze te doen geschieden. Yaak
wordt, zoo zegt S., begonnen met het uitvoeren eener opdracht, die
zelfs overdag al niet tot de gemakkelijkste behoort.
Hoe moeielijk zelfs het uitvoeren van de meest eenvoudige hande
ling bij nacht kan zijn, leert ons een korte schets van Majoor Rüp-
pricht, voorkomende in „Neue Mil. BI. 1912 No. 1." (Deze schets
wordt elders in deze aflevering van het I. M. T. aangetroffen.)
Wijzen we in dit verband mede nog op de circulaire van den
Franschen M. v. O., welke we vermeld vinden in U. S. M. Januari
1912.