April 1912]. Van Alles Wat. 424 rende het vuren voordeeligen affuithoek te verkrijgen, wordt het in batterij staande stuk voorzien van een verlengstuk aan de affuit, bestaande uit eene korte buis, welke met het eene uiteinde aan eene tap aan de hiervoren bedoelde dwarsbuis bevestigd wordt en aan het andere uiteinde eene schop heeft. Het schild is eene vlakke stalen plaat, welke door middel van beugels aan de as en aan de eigenlijke affuit bevestigd wordt en gaten heeft tot doorlating van den vuurmond, van de beide raden en om te richten. Door middel van scharnieren kan het in drieën gevouwen worden. De munitiekist is van plaatstaal en bevat zes patronen, waartoe in de kist twee houten dwars schotten zijn aangebracht, elk met een zestal gaten, voor elke patroon één, waarin zij gedurende het vervoer ligt. De kist heeft geen deksel, doch in plaats daarvan kan een dei- korte zijden als eene deur opengeslagen worden, waarna men de pa tronen uit hare ligplaats trekken kan. De deur wordt waterdicht gesloten. Voor gedragen vervoer wordt het stuk als volgt in lasten verdeeld: 1ste draagpaard: vuurmond. 2de slede, 3de wieg en wiegdrager, 4de affuit met verlengstuk, 5de v affuitas met raden, 6de schild, lamoenberrie en twee kisten met gereedschappen. Op- en afladen geschiedt even vlug als bij ons 7 c. M. K. A. materiëel. Bij een stuk behoort nog een draagpaard met twee munitiekisten. Uit de hieronder volgende afbeeldingen blijkt de opstelling van het enkele stuk in bataille, getrokken en gedragen, en in batterij.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 100