April 1912]. Ons politiek en militair optreden op Timor. Ook het geduld van onze Regeering, die ver van het eigen lijke tooneel der verwikkelingen daarvan de berichten ontving, moest ten slotte wel uitgeput raken. Reeds waren, naar aan leiding van ontvangen berichten, twee compagnieën naar Timor gezonden, ten einde de aldaar gelegerde troepenmacht te ver sterken. Toen nu nog berichten over het oprichten van posten door de Portugeezen op den Bulu2 (bedoeld werd de G. Akas, een top, behoorende tot het gebergte Bulu2) nabij kota Lak- maras en op den Fatoe Soeba (in Bikomi, eene ten O. van Oeikoesi gelegen landstreek, waarop de Portugeezen ook sedert 1898 rechten deden gelden) Java bereikten en voorts bekend werd, dat ter versterking van de Portugeesche troepenmacht al het mogelijke werd verricht, werden nog 2 compagnieën met de noodige hulpwapens naar Timor gedirigeerd. Ook werd nu het nieuw-ingenomen standpunt van de Nederlandsche re geering bekend, dat in den vervolge de betwiste gebieden Lak- maras, Maoeboesa en Maoebesi als Nederlandsch gebied waren te beschouwen; dat was een welkom bericht. Reeds meer malen toch hadden patrouillecommandanten in Lakmaras op het punt gestaan de Portugeezen daaruit te verwijderen. Een van de tijdelijke postcommandanten, een luitenant, liep steeds met het gevechtsbevel in zijn zak, doch de toenmalige Mi litaire Comdt. van Timor wist telkens een dergelijk optreden te vermijden. Nu had echter het zoogenaamde betwiste ge bied opgehouden te bestaan. In het desbetreffend bericht waren echter instructies opgenomen in den geest van het aangeteekende in p 10 op blz. 7 van het Oranjeboek. Zoo als later bleek, was dit gebeurd om te voorkomen, dat de Gou verneur van Dilly nog niet op de hoogte zou zijn van den toestand, op het moment dat de Portugeezen zouden worden verdreven, terwijl hun op deze wijze tevens de gelegenheid tot vrijwillige ontruiming werd gegeven. De toestand was echter zeer ingewikkeld, daar de Nederl. patrouilles aanhou dend werden lastig gevallen, hetgeen ten slotte leidde tot de gebeurtenissen op 18 Juli (het ontruimen van Lakmaras), 334 1) Om de opening der vijandelijkheden zooveel mogelijk te voorkomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 10