April 1912]. Overzicht van eenige tijdshceiften. heid te veel ophef is gemaal t, daar hiermede voor geen der mogendhe den behalve voor Nederland groote belangen op het spel staan. Met generaal d. B. Portugael is de schrijver voorts van oordeel, dat Nederland het absolute recht heeft, zijn verdediging in te richten, zooals het dat wenscht. Het sluiten der Schelde voor Frankrijk of Engeland, zegt Navez verder, kan ons koud laten, „puisque jamais ni les uns ni les autres ne viendront a notre secours par Anvers," om vervolgens tot zijn land de waarschuwing te richten „Si vous voulez vivre libre et indépendant, comptez, avant tout, sur vous-même; après cela les autres viendront, peut-être, a votre secours, si c'est leur intérêt." De le Luitenant S. J. O. Oly geeft een beschrijving over „Knal dempers." De inrichting en werking van de reeds ontworpen knal dempers wordt in algemeene trekken aangegeven, terwijl de door den ingenieur Hiram Percy Maxim geconstrueorden „Silencer" meer in het bijzonder wordt behandeld. De mededeeling van S dat tot nu toe alleen knaldempers voor handvuurwapenen werden geconstrueerd, zou volgens berichten niet meer geheel juist zijn, daar in Amerika reeds proeven met knaldem pers voor veldgeschut werden genomen. (We hooren dan in de toekomst gewagen van „die Leere und Stille des Schlachtfeldes.") Voorts bevat deze aflevering nog „Vuuropening uit vestingbatterijen" door Kap. L. Hanau, „Toelagen bij oefeningen" door luit. Kwm. Slotboom, „Over het trekken van paarden" door luit. Kol. W'. Vosmaer, en „Uiterlijk van het infanterie-gevecht" door Kap. I. N. Bruijn. Stippen we uit het maandoverzicht nog het navolgende aan „Als eerste aviateur in het leger kunnen we den Heer van Meel begroeten, die zich voor 5 jaren als sergeant-vliegenier verbonden heeft bij het Reg. G. en J. Bij mobilisatie en bij manoeuvres komt hij met zijn vliegtuig onder de wapenen, waarvoor hem, op vliegda gen, een geldelijke vergoeding wordt uitbetaald. Bij het Leger zal ingevoerd worden een Indische Marechaussee- sabel voor de niet-geweerdragende onderofficieren, terwijl bij de infanterie-korpsen rijgschoenen verstrekt zullen worden ongetwijfeld verdienen beide maatregelen toejuiching. Het plan bestaat, om in Den Haag, Delft, Assen en Doesburg bij wijze van proef het cantinebedrijf te verpachten." De Militaire Spectator. 1912 No. 2. Vermelden we weer als eerste artikel hot vervolg der studie „Het hoofdaanvalsfront van Port-Arthur en zijn nabjjverdediging" van den len luitenant adjudant der Genie D. van den Berg. 444

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 120