April 1912]. Ons politiek en militair optreden op Timor.
wanneer zij zich verplaatsten en over een kali, die een voet
water bevatte, lieten de heeren zich dragen door de soldaten.
Hoe wij er toe konden besluiten ook 's nachts uit te gaan,
was hun geheel en al onverklaarbaar
Na het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat de Civiel
en Militair Resident aldra het voorstel deed om de troepen,
met uitzondering van de twee aan de grens gelegerde com
pagnieën, naar Java te doen terugkeeren. De legering daar
van werd als volgt: Een compagnie te Beredaoe, waarvan
steeds een sectie in de' post Lakmaras; de compagnie Am-
boineezen werd vervangen door Javanen en deze gelegerd in
Bikomi, verspreid over de bivaks Adjaoe, Haoemenie en
Toenbaba. De aldaar tijdelijk gelegerde groepen van de com
pagnie van Midden-Timor keerden naar hunne standplaatsen
Kapan, Noil Toko en Niki2 terug, terwijl de groepen van het
Garnizoens- Bataljon, die aanvankelijk in Lakmaras patrouilleer
den, van daar werden teruggetrokken. De overige van Java,
ter versterking van het Garnizoensbataljon, gezonden troepen
keerden in het laatst van Augustus en begin September naar
hunne garnizoenen terug.
Het achterhouden van de twee compagnieën vond eensdeels
zijn oorzaak daarin, dat op bedoeld tijdstip nog niet bekend
was, hoe het grensgeschil ten N. van de Bilomi zou worden
opgelost, anderdeels omdat voor de bescherming van de In-
landsche bevolking in de grensgebieden nog steeds troepen
noodig waren en ten slotte omdat moest worden zorg ge
dragen, dat de in de door den Civiel en Militair Resident
van Timor en Onderhoorigheden op den 2en Augustus 1911
te Batoe Gadeh gehouden conferentie gesloten overeenkomst
Oranjeboek bl. 12 naar behooren werd nagekomen.
Wat deze boven omschreven taak van de grenstroepen
eischt, is moeielijk in een paar woorden te zeggen en we
zullen daarom dan ook volstaan met te wijzen op enkele
saillante punten.
Had, als gevolg van de aanwezigheid van troepen in de
grensgebieden, onze Inlandsche bevolking weinig overlast meer
338