De militair-politieke toestand van Japan in 1911. [April 1912.
ka's handen brengen zal, zoolang in de verhouding tusschen
de sterkten van de Japansche en de Amerikaansche zeemacht
geen aanzienlijke verandering ten gunste van eerstgenoemde
gebracht is.
Was het spoedig vernieuwen van het handelsverdrag met
Amerika eene aangename verrassing voor Japan, het wegla
ten van de vroeger in het verdrag voorkomende bepalingen
betreffende het landverhuizersverkeer scheen die verrassing
nog aangenamer te maken, totdat bekend werd, dat in eene
afzonderlijke nota overeengekomen was, alles bij het oude
te laten en de steen des aanstoots alzoo niet weggenomen
werd. Maar de Japansche regeering ziet den stroom van
landverhuizers bij voorkeur naar Korea en Zuid-Mantsjoe-
rije gaan; het is dus voor haar practische politiek te berus
ten in de bepalingen, welke in Amerika tegen de vestiging
van Japanners aldaar van kracht zijn.
Alzoo werd met veel [vertoon van offlcieële en officieuze
hartelijkheid de ratificatie van het nieuwe verdrag gevierd
en in tal van tafelreden de „traditioneele vriendschap" tus
schen Amerika en Japan herdacht. Maar in hun hart blijven
de Japanners, die zich in hun trots van de grootste mogend
heid van Oost-Azië te zijn, gekrenkt gevoelen, een zekeren
wrok tegen hunne overburen koesteren, al heeft de schitte
rende ontvangst van Admiraal Togo door dezen een goeden
indruk gemaakt.
In den zomer, den 13den Juli, volgde de vernieuwing van
het verbond met Engeland. De voornaamste wijziging, n. 1.
dat eene contracteerende partij niet tot daadwerkelijke hulp
verplicht is, indien de andere in oorlog komt met eene derde
mogendheid, waarmede de eerste contracteerende partij een
arbitrage-verdrag gesloten heeft (nieuw artikel 4), had eene
bijzondere beteekenis, wegens het kort te voren tusschen
Engeland en Amerika tot stand gekomen arbitrageverdrag.
Schijnbaar had het opnemen van dit nieuwe artikel slechts
eene formeele beteekenis: immers, ook te voren was het
ondenkbaar, dat, ingeval van eene botsing tusschen Japan
355