De militair-politieke toestand van Japan in 1911. [April 1912. Van de jongelieden, die in het najaar van 1909 voor den militairen dienst goedgekeurd werden, hadden bezocht: 0,61 pCt. inrichtingen van hooger onderwijs, 4,43 middelbare scholen, 28,55 normaal scholen, 49,42 lagere scholen, 16,99 had geen scholen bezocht, zoodat 4,98 noch kon lezen, noch schrijven en 12,01 een weinig lezen en schrijven kon. Dat het Japansche krijgswezen nog steeds in hooge mate de aandacht blijft trekken, blijkt uit het groote aantal bui- tenlandsche officieren, die hier verblijf houdeD. Dnitschland, Oostenrijk-Hongarije, Amerika, Frankrijk, En geland, Italië, Rusland, Chili en Spanje hebben hier een mili tairen attaché Duitschland, Amerika, Frankrijk, Engeland, Rusland, Chili en Brazilië een marine-attachébovendien zijn hier aanwezig, om de Japansche taal te leeren, een bepaald onderdeel van het krijgswezen te bestudeeren en den militai ren attaché in zijn werk behulpzaam te zijn, 13 Engelsche, 6 Amerikaansche, 7 Russische, 3 Duitsche, 1 Oostenrijksch en 6 Fransche officieren. Een der Fransche officieren woont de lessen aan de hoogere krijgsschool in tactiek en krijgsgeschie denis bij. Een Italiaansch officier is onlangs vertrokken, doch zal, zooals de Italiaansche militaire attaché mededeelde, waarschijnlijk door een ander worden vervangen. Bovendien wordt in den loop van 1912 een Noorweegsch officier ver wacht. Niettegenstaande het Japansche Leger tot nu toe op tac tisch gebied nog niet veel van beteekenis te zien heeft gege ven, verdient het naar mijne meening ten volle de aandacht, welke buitenlandsche legerbesturen het blijven schenken en wel wegens den geest, die het volk en dus ook het leger 363 1) Die van Oostenrijk-Hongarije, welke tevens wd. marine-attaché lië en Spanje dienen tevens voor China. De Russische militair attaché be schikt over een adjunct.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 39