April 1912]. Ons politiek en militair optreden op Timor. uit de le alinea van art. 4, in verband beschouwd met art. 3, 10°, niet anders bedoeld kan zijn dan het ten Westen van het „Oe Sunan" genaamd bergterrein stroomende ri viertje, was het haast vanzelfsprekend, dat men hier te doen had met eene vergissing voor wat betreft de benaming van het in artikel 3, 10° genoemd riviertje. Was dan ook werke lijk het verlangen om te geraken tot eene duidelijke aanwij zing van de grenzen tusschen Nederlandsch en Portugeesch gebied zoo levendig geweest, als de aanhef van het in 1904 gesloten tractaat zou doen vermoeden, dan zou zeker wel in dien geest door de wederzijdsche commissiën zijn beslist. Nu kwamen echter de vertegenwoordigers der Portugeesche regeering plotseling voor den dag met de bewering, dat de grens wel degelijk moest loopen langs de Oe Sunan, dat er van naamsverwisseling geen sprake was en dat dit riviertje meer Oostelijk moet worden gezocht. x) Dit zoeken leverde natuurlijk geen resultaat op en de in art. 4 bedoelde meting bleef achterwege, waardoor dus het tijdstip van dealgeheele uitvoering van het tractaat werd verschoven. Het doel, dat de Portugeezen met dit verschuiven hadden, is ons niet recht duidelijk, tenzij wordt aangenomen, dat zij gehoopt hebben op die wijze te bereiken, dat het geheele tractaat van 1904 zou vervallen en zij zoodoende nog gun stiger voorwaarden zouden kunnen bedingen; wèl groeit op het betwiste terrein ten Noorden van de Bilomi wat tjenda- nahout, waardoor daaraan niet alle waarde is te ontzeggen, maar dit was reeds bekend ten tijde van het sluiten van het tractaat. Daartegenover staat echter, dat eerst na het sluiten daarvan gebleken is, dat het landschap Maoecatar een zeer gewenscht bezit is, dat zeker opweegt tegen het betwiste gebied ten N. van de Bilomi, Tahakay, Taimiroe Ailala en Noimoeti samen, al mag niet worden ontkend dat laatstge noemd landschap, dat evenwel veel kleiner is dan Maoecatar, niet geheel en al van belang is ontbloot. Nog on verklaar- 328 1) De Timoreezen geven aan een rivier dikwijls den naam van het terrein, dat doorstroomd wordt, hetgeen de vergissing verklaart.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 4